Scholen moeten korte metten maken met de deeltijdjuf. Die geeft niet alleen minder goed onderwijs, ze haalt ook de status van het lerarenvak onderuit. "Als vrouwen niet meer dan drie dagen willen werken, betekent dit vaak dat zij het primaat leggen bij de zorg thuis, in plaats van bij hun beroep als leraar en de continue professionalisering die daarbij hoort", zegt hoogleraar onderwijsbestuur Edith Hooge van de universiteit van Tilburg.
Eerder al constateerde de Onderwijsinspectie dat leerkrachten die in deeltijd in het onderwijs werken minder didactische vaardigheden hebben en minder goed zijn in het omgaan met verschillen in de klas. Hooge vindt dat scholen en hun bestuurders die kritiek van de inspectie moeten 'problematiseren'. Zij stelt dat scholen waar veel juffen in deeltijd werken zorgen voor 'eenzijdig samengestelde teams van middelmatige leraren', die maken dat het onderwijs voor mensen - mannen en vrouwen - met grotere ambities "een zeer onaantrekkelijke, weinig ambitieuze werkomgeving is die zij mijden."
Hooge zegt dit in een essay over onderwijsbestuur, dat zij op uitnodiging van het ministerie van onderwijs heeft geschreven. Gisteren presenteerde ze het op de eerste 'dag van het onderwijsbestuur', georganiseerd door het ministerie van onderwijs. Haar kritiek sloeg in als een bom bij de aanwezige schooldirecteuren, leraren en leden van medezeggenschapsraden.
Niet problematisch, maar lastig
De reacties van directeuren zijn zowel afwijzend als positief. "Ik wil niet direct zeggen dat het deeltijdwerk problematisch is, maar lastig is het wel", reageerde Rinda den Besten, directeur van de PO-raad, de sectororganisatie van het basisonderwijs. "Met name als je wil professionaliseren wordt het wel heel ingewikkeld." Want wat als de juf die maar twee dagen werkt op cursus moet? "Ook extra dingen - Kerst, Sinterklaas, Pasen - komen wel heel vaak op dezelfde mensen neer."
"In Finland heeft het onderwijs een heel hoge status en werkt geen enkele juf in deeltijd", zegt Jan van Zijl namens de MBO Raad. Ook in dat land zijn het bijna uitsluitend vrouwen die lesgeven.
Voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-Raad - de sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs - reageert furieus: "Busladingen buitenlanders komen hier kijken hoe wij dat doen met dat deeltijdwerk. Ik zou dat niet laten varen op grond van één opmerking van de inspectie." Rosenmöller, oud-Kamerlid voor GroenLinks, was in de jaren negentig auteur van een in de Eerste Kamer gesneuvelde wet die werknemers het recht gaf op deeltijdwerk.
Veel parttimers
Intussen gaat het om flinke aantallen deeltijdwerkers: 35 procent van de leerkrachten in het basisonderwijs werkt minder dan vier dagen. Dat zijn niet alleen maar vrouwen, maar wel grotendeels: van de meesters werkt 13 procent minder dan vier dagen, van de juffen 40 procent.
Minister Bussemaker reageert terughoudend. Zij kan zich voorstellen dat een team vol mensen met een twee- of driedaagse werkweek niet altijd even werkbaar is.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst