Ook kinderen die niet of niet volledig kunnen meedoen met het onderwijs op een reguliere school hebben recht op goed onderwijs. Staatssecretaris Dekker wil daarom de kwaliteit van het onderwijs buiten de school beter waarborgen. Dat schrijft hij in een voorstel aan de Tweede Kamer.
Dekker:"Ieder kind heeft recht op onderwijs. Soms schieten de mogelijkheden op een reguliere school tekort. Ik wil zorgen dat kinderen die – soms tijdelijk – niet naar een gewone school kunnen ook onderwijs krijgen dat kwalitatief in orde in is. Ik vat het recht op onderwijs op als een recht op goed onderwijs."
De plannen van Dekker hebben betrekking op vier situaties.
Maatwerk bij lichamelijke op psychische problemen
Allereerst gaat het om kinderen die vanwege een lichamelijke of psychische reden tijdelijk of gedeeltelijk niet naar school kunnen. Om te voorkomen dat zij helemaal thuis komen te zitten wordt het voor hen beter mogelijk om een deel van hun onderwijs buiten de school te volgen, onder verantwoordelijkheid van de school. De huidige wet biedt al de nodige mogelijkheden, maar die voldoen niet altijd. Indien geen enkele onderwijsinstelling een passende plek kan bieden wordt het in zeer uitzonderlijke situaties mogelijk om onderwijs aan een particuliere instelling te volgen.
Toezicht op kwaliteit thuisonderwijs
De tweede categorie betreft leerlingen die zijn vrijgesteld van de leerplicht op grond van artikel 5 onder b. Deze wet geeft ouders nu de mogelijkheid hun kind volledig te onttrekken aan het onderwijs. De overheid heeft dan geen zicht op de kwaliteit van het vervangend onderwijs en is het zelfs niet gegarandeerd dat het kind überhaupt onderwijs krijgt. Dekker wil dit artikel daarom afschaffen. In plaats daarvan doet hij een voorstel voor het inrichten van thuisonderwijs waarbij het recht op goed onderwijs voor het kind kan worden gegarandeerd. Zo moeten ouders een doortimmerd onderwijsplan presenteren en aan minimum opleidingseisen voldoen.
Ruimte voor talentontwikkeling
De derde categorie zijn leerlingen in de basisschoolleeftijd met een bijzonder talent op het gebied van sport en cultuur. Voor hen wordt geregeld dat zij in uitzonderlijke gevallen ten behoeve van de ontwikkeling van hun talent schooltijd mogen missen. School en ouders maken dan afspraken over hoe zij ervoor zorgen dat de leerling geen achterstand oploopt. In het voortgezet onderwijs is dit al mogelijk.
Onderwijs in het buitenland
De laatste groep zijn kinderen die ouders hebben die voor hun werk reizen of die een periode op wereldreis gaan. Het wordt voor hen mogelijk om maximaal zes maanden het onderwijs op afstand te volgen, onder strikte voorwaarden. School en ouders maken dan afspraken over het onderwijsprogramma en de begeleiding van de school tijdens het verblijf in het buitenland. Ook maken ze afspraken over hoe de voortgang wordt gevolgd. De leerplichtambtenaar beoordeelt of er geen andere belemmeringen zijn.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst