Deze week heeft de Raad van State bevestigd dat de dominante 50%-norm in de fusietoets in strijd is met de Wet op het primair onderwijs (WPO) (zie ook bericht Staatssecretaris in beroep om fusietoets te redden). Het gaat daarbij om het criterium dat het marktaandeel van fuserende schoolbesturen na fusie in principe niet meer mag zijn dan 50 procent.
De uitspraak van de hoogste rechtelijke instantie heeft vergaande consequenties voor de huidige beoordeling van fusies. Bij de beoordeling van een fusie mag een kwantitatief criterium niet de boventoon voeren. De formulering in de regeling die recentelijk op dit punt zelfs is aangescherpt voor zeer sterk stedelijke gebieden (35%), is in strijd met dit uitgangspunt. De regeling zal op dit punt dus moeten worden aangepast.
Naar aanleiding van het oordeel van de Raad van State zal de PO-Raad het ministerie vragen om bij de afgewezen fusies nader te onderzoeken of dit criterium doorslaggevend is geweest en in hoeverre daar nu nog op teruggekomen zou moeten worden.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst