Het aantal leerlingen in het primair onderwijs daalt en deze krimp zet naar verwachting de komende jaren door. Het gevolg hiervan is dat er minder leerkrachten nodig zijn en de baankansen voor de jonge leraar dus gering zijn. De afgelopen tijd hebben verschillende media dit thema onder de aandacht gebracht. Ook de PO-Raad onderstreept het belang van dit thema en maakt zich al langer hard voor het behoud van jonge leerkrachten om tekorten op termijn te voorkomen.
Nieuwsuur wijdde, gebaseerd op onderzoek van Arbeidsmarkt Platform PO, een item aan het feit dat de regionale verschillen tussen trends in leerlingenaantallen enorm zijn. Zo is er in Utrecht en in de regio Haaglanden nog een lichte stijging te bemerken, maar keldert het aantal leerlingen in Groningen, Limburg en de Achterhoek hard. Als oplossing hiervoor is het Arbeidsmarktplatform een aantal projecten gestart om leerkrachten uit krimpgebieden aan te moedigen om in bijvoorbeeld de Randstad te gaan werken.
Daarnaast besteedde ook de Volkskrant aandacht aan de afnemende werkgelegenheid in het basisonderwijs. Zij zoomen in op de daling van circa 139 duizend voltijdbanen in 2009 naar mogelijk rond de 113 duizend in 2020. Volgens het artikel gloort er echter ook hoop. De komende jaren zullen oudere leraren met pensioen gaan en daarnaast blijft de verwachte instroom bij pabo’s achter bij de toekomstige vraag naar leraren.
Ook staatssecretaris Dekker (Onderwijs) stelt in een reactie op het Nieuwsuur-item dat ,,het perspectief voor pabo-studenten er vanaf 2016 goed uitziet’’. Hij moedigt de studenten dan ook aan vooral hun opleiding af te maken. De PO-Raad onderkent het belang van het behouden van jonge leerkrachten om de tekorten op lange termijn te voorkomen. Zij ondersteunt daarom de uitvoering van het sectorplan en hieruit voortgekomen projecten zoals Ruimbaanvoorpo en Vierslagleren.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst