De PO-Raad wil verschillende initiatieven in het onderwijs elkaar laten aanvullen en versterken. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met Stichting LeerKRACHT. Dat resulteerde onlangs in een bedrijfsbezoek voor schoolbestuurders die meedoen met LeerKRACHT. De deelnemers zagen op welke manier in een andere omgeving dan het onderwijs handen en voeten wordt gegeven aan een verbetercultuur vanaf de werkvloer.

Stichting leerKRACHT wil zoveel mogelijk scholen bereiken met de aanpak om het Nederlands onderwijs ‘elke dag samen een beetje beter’ te maken. Dat doen ze niet door het schrijven en implementeren van massieve verbeterplannen, maar door samen met leraren, ib’ers, schoolleiders en besturen op de werkvloer te kijken hoe het iedere dag een beetje beter kan. Een groep schoolbestuurders bekeek de verbeteraanpak bij bankorganisatie ABN-AMRO: Wat betekent deze manier van werken in de praktijk? Onderling wisselden ze met elkaar van gedachte over wat dit kan betekenen voor het onderwijs.

ABN-AMRO is een aantal jaar geleden op de werkvloer gestart met de invoering van een verbetercultuur onder de naam ‘Customer Excellence’. In de periode daarvoor was duidelijk geworden dat het anders moest, dat de bank weer moest uitgaan van de klant. Kern van die aanpak was om samen na te denken over hoe het iedere dag een beetje beter kon. Dus geen grote massieve verbetertrajecten die werden ontwikkeld in de top en via de lagen in het bedrijf werden doorgezet naar de werkvloer. De weg was andersom. De mensen op de werkvloer werden uitgenodigd om zelf aan te geven hoe ze als team samen iedere dag hun werk een beetje beter konden doen om op die manier de klanten van de bank beter van dienst te kunnen zijn.

Aanpak

ABN-AMRO werkt volgens een vaste methodiek. Dagelijks bespreek elk team met elkaar wat ieder teamlid wil doen, hoe hij of zij erin staat (de ‘mood’), of er voldoende tijd is (werkdruk), wat de successen van de afgelopen dagen zijn, wat hulpvragen zijn en wat beter kan. Dat gebeurt aan de hand van een verbeterbord. Per team wordt de methodiek naar eigen voorkeuren ingevuld, zodat in de praktijk veel varianten zichtbaar zijn op een algemene grote lijn. Op de afdelingen zijn de verbeterborden overal zichtbaar. Uit de gesprekken met de mensen blijkt dat iedereen inmiddels gewend is aan de werkwijze en er ook graag mee werkt. Op de werkvloer ziet men er de meerwaarde van in. De leidinggevenden zitten ‘dichter op de bal’, hebben meer zicht op wat er gebeurt, hoe het gaat, waar mensen tegenaan lopen en op alle verbetersuggesties. Daardoor kan er sneller worden geleerd en verbeterd. De medewerkers voelen zich meer betrokken, meer eigenaar van het werk, ze waarderen dat hun verbeterideeën worden toegepast en dat ze snel van collega’s verbetersuggesties kunnen overnemen. Er is meer werkgerichte dynamiek in het team.

De implementatie vraagt aandacht. Mensen moesten leren werken op deze manier. Daarom heeft ABN AMRO experts ingezet die de teams leerden om te werken volgens de ‘Customer Excellence-aanpak’. Ieder team kon binnen de algemene kaders de aanpak op maat inrichten. De aanpak is inmiddels - 4 jaar na de start - wel door de leiding van ABN AMRO als ‘verplichte koers’ benoemd. Dat betekent dat ieder team en ieder personeelslid moet meedoen; niet meedoen is geen optie.

Naar de praktijk van het onderwijs

Gerard van Drielen, bestuursvoorzitter van SCOH in Den Haag, is duidelijk onder de indruk. Hoewel hij ontwikkelsessies vanuit zijn eigen scholen goed kent, heeft hij zich, met zo’n twintig andere bovenschoolse directeuren en schoolbestuurders uit het primair onderwijs, laten inspireren door het voorbeeld van bankorganisatie ABN AMRO. “Natuurlijk is een bank een heel andere organisatie dan een school, maar ABN AMRO laat goed zien hoe ze in de dagelijkse praktijk handen en voeten geven aan de verbetercultuur.” Kern van de aanpak is ‘samen’, ‘vanuit de werkvloer’ en ‘steeds een stapje beter’. Het is dus geen massief verbetertraject dat is ontwikkeld in de top van de organisatie en via de lagen in de organisatie wordt doorgezet naar de werkvloer.

“De aanpak bij de bank is krachtig en goed voor de teambuilding”, zegt Gerard van Drielen. “Mensen gaan hierdoor samen denken, praten en reflecteren over hun werk.” Hij heeft vergelijkbare bordsessies gezien op zijn scholen. “Het haalt afzonderlijke medewerkers uit hun isolement en brengt hen in de situatie om als teamlid met collega’s te praten over hun werk en de verbetering daarvan. Het zet mensen er toe aan voortdurend collegiaal over hun werk te sparren.” Hij ziet dat dit wel vraagt om een andere houding van leidinggevenden. “Als directeur of bestuurder moet je in zekere zin ‘op je handen gaan zitten’. Je moet daadwerkelijk ruimte laten aan de medewerkers en niet meteen gaan invullen en gaan inperken.”

Volgens de schoolbestuurders is het goed mogelijk om de aanpak van de bank op het niveau van schoolbesturen te benutten. Een schoolbestuur moet daadwerkelijk ruimte geven voor de professional om zelf de eigen praktijk te verbeteren. Laat verbeterinitiatieven uitvoeren en faciliteer het proces via het verbeterbord. Werk met goede coaches en investeer tijd om te leren. Een schoolbestuur moet ook de continuïteit bewaken. Ze moet het proces aandacht blijven geven en blijven vragen om discipline in het werken met het bord en het doen van wat is afgesproken. Tot slot moet het schoolbestuur zelf het goede voorbeeld geven. Het managementteam of bestuur moet zelf ook werken met een verbetermethodiek. Binnen SCOH wordt er zelfs ook nagedacht om de aanpak niet alleen op de scholen te gebruiken. Gerard van Drielen: “De centrale afdeling gaat op een vergelijkbare manier werken. Ik verwacht dat we daarmee de coherentie van het beleid en de uitvoeringspraktijk verder versterken.”

Schoolbesturen zijn bezig met de toekomst van het onderwijs. Hoe kunnen scholen hun sterke punten verder versterken en de mindere punten verbeteren? Hoe kunnen leraren de ruimte en de handvatten krijgen om in de dagelijkse praktijk aan de slag te gaan met de professionaliteit van de school. In het primair onderwijs lopen verschillende initiatieven die elkaar steeds meer versterken. De PO-Raad wil op basis van het Bestuursakkoord daarin een initiërende en stimulerende rol spelen. De sectororganisatie werkt hiervoor aan lerende netwerken en collegiale visitatie voor schoolbesturen.

VorigeOnderwijs lijdt onder druk inspectie
VolgendeHoeveel scholen telt Nederland?
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter