Er is vaak sprake van een plaatsing of schooladvies onder voorbehoud van de eindtoetsresultaten. Dat is dan veelal onderdeel van regionale afspraken met het voortgezet onderwijs. Dit blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders. AVS-voorzitter Petra van Haren: “Het is kwalijk dat er allerlei additionele afspraken zijn gemaakt die niet binnen het wettelijke kader van de schooladvisering passen.”
De AVS heeft afgelopen week een peiling gehouden onder schoolleiders in het basisonderwijs rond het proces van verwijzing naar het VO. Dit jaar is voor het eerst de eindtoets in het basisonderwijs verplicht, is de toets pas in april afgenomen en is het schooladvies van de basisschool leidend voor de plaatsing van de leerling in het VO. In de peiling is vooral gesproken over de Cito-eindtoets, maar ook scholen die de IEP of Route 8 eindtoets hebben afgenomen hebben gereageerd. Opmerkelijk is dat de IEP in een significant aantal gevallen hoger scoort dan het schooladvies. Over het algemeen vinden schoolleiders het positief dat het basisschooladvies nu zoveel meer impact heeft dan voorheen.
Op meer dan de helft van de scholen is er niet veel veranderd is in het verwijzingsproces ten opzichte van voorgaande jaren. Op veel scholen wordt de verwijzing door de leerkracht van groep 8 gedaan, maar meestal is er sprake van een verwijzingsteam. Dit bestaat dan vaak uit de leerkracht van groep 7/8, de directeur en de intern begeleider. Het komt ook voor dat andere teamleden erbij betrokken zijn. Er wordt sporadisch melding gemaakt van het werken met een verwijzingsprotocol.
Bijna driekwart van de scholen geeft aan dat er in de regio (additionele) afspraken zijn met het VO over de werkwijze rond de schoolverwijzing. In veel gevallen geven de VO-scholen aan leerlingen voorlopig te plaatsen, pas na ontvangst van de eindtoetsgegevens wordt dan overgegaan tot definitieve plaatsing. De VO-scholen kijken (steeds meer) naar de leerlingvolgsysteemresultaten en betrekken deze bij de plaatsing. Meer dan de helft van de respondenten benoemt dat er sprake is van vraag uit het VO om enkelvoudige schooladviezen, hoewel door de staatssecretaris van OCW is benadrukt dat combi-adviezen geoorloofd zijn.
Er was bij ongeveer een derde van de respondenten sprake van problemen of vragen vanuit het VO na de schoolverwijzingen. Het ging dan vooral om het stellen van aanvullen eisen of verplichtingen uit de regionale afspraken. Het advies van de basisschool is niet in alle gevallen overgenomen. Er wordt gemeld dat de VO-school niet altijd over een protocol heroverweging beschikt. VO-scholen plaatsten bij voorkeur zo laag mogelijk, vooral bij gemengde schooladviezen.
Op een aantal plekken in Nederland liepen scholen aan tegen technische problemen, met de digitale uitwisseling van het advies en de gegevens. Als de school van voorkeur in een andere gemeente valt, was in een aantal gevallen geen plek voor de leerling mogelijk. Ook een lotingsysteem zoals in Breda of eigen toelatingseisen/normen zoals in Utrecht of van individuele scholen werpen drempels op. In enkele gevallen wordt haalbaarheid bij het vormen van brugklassen als argument genoemd om leerlingen anders te plaatsen.
Veel scholen houden gewoon vast aan het advies zoals het gegeven is. Maar bijna de helft van de respondenten geeft aan dat er bij één of meer leerlingen sprake is van wijziging in plaatsing. Het gaat dan in vrijwel alle gevallen om om een hogere plaatsing of een combi-advies dat wordt omgezet in een enkelvoudig advies. Het aantal ouders dat heeft gevraagd om een heroverweging van het advies n.a.v. de eindtoetsresultaten valt heel erg mee. Soms heeft het basisonderwijs zelf bijstellingen geïnitieerd op basis van de eindtoetsresultaten. In een aantal gevallen wil het VO bijstellen. Een enkele keer komen scholen en ouders er niet uit waarna de ouders soms uiteindelijk voor een andere school kiezen. Af en toe blijkt na bijstelling van het advies geen plek meer op de school die dan de eerste keuze zou zijn geweest. Zelfs nu, begin juni, zijn nog niet op alle vo-scholen de plaatsingscommissie klaar; dan zijn de plaatsingen nog niet definitief.
Scholen geven aan een 'warme overdracht' belangrijk en effectief te vinden. Dit wil zeggen dat er op zijn minst een gesprek tussen de basisschool en de school van plaatsing wordt gevoerd over de leerling. Hierin kunnen dan aandachtspunten besproken worden zoals speciale kindkenmerken of ondersteuningsbehoefte. Heroverwegingen van het schooladvies brengt voor de basisschool extra werk met zich mee. In veel gevallen wordt er opnieuw een gesprek met de ouders gevoerd en ook is er dan vaak een extra gesprek met het VO.
Scholen lopen er tegenaan dat de motivatie van leerlingen voor de citotoets minder is dan voorgaande jaren. Er hangt minder vanaf. De scholen zelf ervaren dat anders; de resultaten van de eindtoets spelen immers een belangrijke rol in het eindoordeel van de inspectie. Waar scholen toetsresultaten vooral willen gebruiken om het onderwijsleerproces te ondersteunen, is dat niet hoe van buiten naar de opbrengsten wordt gekeken.
In het speciaal basisonderwijs is vaak nog geen eindtoets afgenomen, daar is dit ook nog niet verplicht.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst