Leerlingen en studenten verdienen het om optimaal te worden voorbereid op de uitdagingen van de toekomst. Om dit te bereiken moet het onderwijs uitdagender, flexibeler en persoonlijker. Scholen en docenten zijn cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs, daarom is verdere ontwikkeling van leraren, schoolleiders en bestuurders van groot belang.
In 2016 komt de grootste tranche uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) beschikbaar, €292 miljoen. Dit wordt verdeeld over alle onderwijssectoren. Het primair onderwijs krijgt een investering van €93 miljoen, voortgezet onderwijs €53 miljoen en het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie €119 miljoen. Voor het hoger beroepsonderwijs bedraagt het in 2016 bijna €9 miljoen en het wetenschappelijk onderwijs krijgt er in 2016 €1,1 miljoen bij. Deze bedragen worden daarna herverdeeld zodat het hbo vanaf 2017 €7,3 miljoen krijgt en het wo €2,7 miljoen. De middelen uit het studievoorschot, oplopend tot maximaal 1 miljard, zijn vanaf 2018 beschikbaar, en daarom nog niet opgenomen in de begroting.
De hogescholen en universiteiten doen tot aan 2018 jaarlijks een voorinvestering van €200 miljoen om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Voor arbeidsmarkt- en personeelsbeleid komt er uit het NOA €17 miljoen beschikbaar.
Door onder meer demografische ontwikkelingen worden er de komende jaren minder leerlingen en studenten verwacht, vooral in het mbo, wat leidt tot een budgettaire bijstelling in 2016 van in totaal €48 miljoen. Het bedrag dat de rijksoverheid per leerling of student investeert, verandert hier niet door. Regelingen waarbij de ramingen onderbesteding voorspellen, worden bijgesteld. Zo is er in 2016 €20 miljoen minder beschikbaar voor subsidies.
Maatwerk en modernisering
Meer maatwerk in het onderwijs moet er toe leiden dat iedere scholier en iedere student zich uitgedaagd voelt en zijn of haar talent maximaal kan ontwikkelen. Het Platform Onderwijs 2032 zal aan het einde van 2015 zijn advies over een toekomstgericht curriculum presenteren, waarna in 2016 zal worden begonnen met vertaling van het advies naar concrete kerndoelen en eindtermen voor het primair en voortgezet onderwijs. Het antwoord op de vraag welke kennis en vaardigheden nodig zijn voor de toekomst zal samen met leraren en schoolleiders worden geformuleerd.
Er komt meer ruimte voor nieuwe scholen. Komend jaar wordt er een wetsvoorstel voorbereid waarmee het mogelijk wordt om bijvoorbeeld op basis van vernieuwende onderwijsconcepten een school te beginnen, zodat de scholen beter aansluiten bij de wensen van ouders en leerlingen.
De bovenbouw van het vmbo krijgt in 2016 met nieuwe profielen te maken. Vmbo-scholen gaan samen met mbo-instellingen en het bedrijfsleven bekijken welk onderwijsaanbod het beste aansluit bij de wensen uit de regio. Door deze betere samenwerking tussen scholen en het lokale bedrijfsleven wordt het makkelijker worden voor jongeren om een baan te vinden in de regio.
In 2016 komt er een wetsvoorstel dat de kleinschaligheid in het mbo moet bevorderen waardoor het onderwijs weer dichter bij de leerling komt. Het kabinet wil de baankansen van mbo-studenten vergroten door hun opleiding beter te laten aansluiten op hun toekomstige werkomgeving. Daarvoor zijn vaak flinke investeringen nodig, die zonder hulp van het regionaal bedrijfsleven en van provincies en gemeenten niet mogelijk zijn. Ook in 2016 kunnen mbo-instellingen, bedrijven en regionale overheden een gezamenlijk voorstel indienen om aanspraak te kunnen maken op een bijdrage uit het Regionaal Investeringsfonds. Voorwaarde is cofinanciering vanuit bedrijfsleven en regionale overheden.
Een wettelijk toelatingsrecht tot het mbo moet gaan voorkomen dat scholen jongeren onterecht aan de poort weigeren.
Leraren en schoolleiders
Van primair onderwijs tot wetenschappelijk onderwijs, de leraar is van het grootste belang. De kwaliteit van het onderwijs hangt nauw samen met de kwaliteit van de docent. Daarom wordt iedere docent in staat gesteld zich te blijven ontwikkelen. Om de professionele ontwikkeling van de leraren te stimuleren en wettelijk te regelen, wordt in 2016 het wetsvoorstel voor een verplicht lerarenregister verder uitgewerkt. Het streven is dat in 2017 alle leraren in het primair en voortgezet onderwijs en mbo geregistreerd staan. Ook voor schoolleiders in het voortgezet onderwijs komt er een register.
Wetenschap
11.000 wetenschappelijke vragen zijn gesteld door individuen en door groepen uit de wetenschap, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Deze vragen vormen de basis voor de Nationale Wetenschapsagenda die eind november uit zal komen. De agenda zal voor meer focus zorgen op de wetenschappelijke sterktes waar de maatschappelijke en economische impact vergroot kan worden.
Cultuur
Het streven is dat op 1 januari 2016 de Erfgoedwet in werking treedt. Hierin bundelt de overheid bestaande wetten en regelingen, zoals de omgevingswet, en voegt nieuwe regels toe om belangrijk cultuurhistorisch erfgoed beter te beschermen en te behouden. Van 1 december 2015 tot 1 februari 2016 kunnen culturele instellingen hun subsidieaanvragen voor subsidie voor de periode 2017-2020 indienen op basis van de uitgangspunten die in juni gepresenteerd zijn. Op Prinsjesdag 2016 worden de subsidiebesluiten bekend gemaakt. Er is ook veel aandacht voor cultuureducatie, de manier om alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, met cultuur in aanraking te laten komen. Samen met private partijen wordt er tot en met 2020 een impuls gegeven aan het muziekonderwijs in het primair onderwijs.
Media
De kerntaak van de publieke omroep wordt om programma’s te maken die bijdragen aan de publieke functies informatie, cultuur en educatie. Het omroepbestel wordt ook toegankelijker voor buitenproducenten en andere makers om zo de creatieve competitie te vergroten. De regionale omroepen gaan intensiever samenwerken. Hierdoor wordt ook invulling gegeven aan hun taakstelling van €17 miljoen vanaf 2017. Het streven is dat de wijziging van de Mediawet per 1 januari 2016 in werking treedt.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst