Nederland telt maar weinig basisschoolleerlingen die uitblinken in rekenen en natuuronderwijs. Ondermaatse prestaties zijn echter evenzeer zeldzaam. De verschillen tussen sterke en zwakke leerlingen zijn ongeëvenaard klein, blijkt uit een periodiek wereldwijd onderwijsrapport over de exacte vakken.
De Nederlandse rekenaars hebben in twintig jaar niet zo slecht gescoord als vorig jaar, al zijn de verschillen heel klein. De Verenigde Staten, Engeland, Noorwegen en Hongkong zijn Nederland de afgelopen jaren voorbijgestreefd. Voor het natuuronderwijs geldt ongeveer hetzelfde.
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs vindt het „op zich een prestatie van formaat” dat leerlingen die minder makkelijk meekomen op Nederlandse scholen toch een goed niveau bereiken. „Maar we doen kinderen die meer aankunnen te kort. Daar kunnen we geen genoegen mee nemen”, zei hij dinsdag in een reactie. Dekker wilde zich de afgelopen kabinetsperiode juist sterk maken voor toptalent in het onderwijs.
Nederlandse leerkrachten scholen zich veel minder bij dan hun buitenlandse collega’s, constateert de staatssecretaris. Ook is het natuuronderwijs op Nederlandse basisscholen, waaronder bijvoorbeeld biologie, natuurkunde en techniek vallen, niet erg goed omschreven. Verder worden groepzessers in Nederland lang niet zo uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen als in andere landen. Dekker denkt dat op al die terreinen nog veel te winnen valt.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst