De PO-Raad mist in de brief van minister Van Bijsterveldt over de invoering van Passend Onderwijs de antwoorden op enkele kritische vragen van de ECPO, het adviesorgaan van de minster over de vormgeving van (de invoering van) Passend onderwijs. Verder blijft de PO-Raad ook van mening dat, ondanks de temporisering van de bezuiniging, de invoering te snel plaatsvindt en de bezuinigingen onacceptabel zijn.
In haar brief aan de Kamer van 17 juni, licht de minister de temporisering van de bezuiniging van 300 miljoen op Passend onderwijs toe en stelt zij dat er meer tijd is voor het opvangen van de personele gevolgen, het vormgeven aan professionalisering en expertisebehoud. De PO-Raad vindt het echter onacceptabel dat de invoering van een stelselwijzing gepaard gaat met een bezuiniging. Dit druist niet alleen in tegen de adviezen van de commissie Dijsselbloem, maar treft ook de meest kwetsbare leerlingen. Daarnaast zet de PO-Raad vraagtekens bij de ruimte die gegeven wordt aan schoolbesturen om zelf invulling te geven aan passend onderwijs.
De minister geeft aan dat adviezen van de Onderwijsraad en ECPO zijn verwerkt in het wetsvoorstel Passend onderwijs. De PO-Raad mist echter nadrukkelijk de antwoorden op de kritische vragen die door deze raden zijn gesteld, bijvoorbeeld over de uitvoerbaarheid van de plannen in relatie tot de invoeringstermijn en over het voorstel om interim wetgeving in te voeren en een uitvoeringstoets te laten plaatsvinden. De PO-Raad maakt zich met name zorgen over het krappe tijdpad dat is uitgezet om passend onderwijs te implementeren. Daarnaast mist de PO-Raad het antwoord op een aantal vragen die nadrukkelijk tijdens de regiobijeenkomsten aan bod zijn gekomen zoals het wegvallen van de AWBZ compensatie, de speciale doelgroepen in scholen met een bovenregionale en/of landelijke functie, aandacht voor leerlingen van 16 jaar en ouder zonder kwalificatieplicht en het dilemma van een gewenste hogere kwaliteit in relatie tot de bezuinigingen.
Al eerder was bekend dat er in 2012/2013 nog niet wordt bezuinigd, maar wel vanaf schooljaar 2013/2014, oplopend tot 300 miljoen in 2015/2016. De expertisebekostiging blijft voorlopig bestaan, maar deze wordt gekort met 10%.
Het streven is om de nieuwe wetgeving vanaf 1 augustus 2012 in werking te laten treden. Zodra de wet is gepubliceerd, wordt ook de ministeriële regeling met de indeling van de samenwerkingsverbanden gepubliceerd. De bestuurlijk inrichting van de nieuwe samenwerkingsverbanden moet per 1 november 2012 gereed zijn. De samenwerkingsverbanden moeten het zorgplan voor 1 maart 2013 naar de Inspectie sturen. De zorgplicht voor de schoolbesturen treedt per 1 augustus 2013 in werking.
Het Ambulante Begeleidings (AB)-deel van de lgf blijft in het schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 nog bij het (voortgezet) speciaal onderwijs. De PO-Raad acht dit mede van groot belang in het kader van expertisebehoud vanuit het speciaal onderwijs. De samenwerkingsverbanden krijgen wel de mogelijkheid tot opting out vanaf 1 augustus 2013. Dit wil zeggen dat betreffende besturen onder bepaalde voorwaarden met elkaar overeen kunnen komen om deze middelen eerder over te hevelen naar het niveau van het samenwerkingsverband. Die voorwaarden zijn o.a. dat er regionaal afspraken zijn gemaakt over het inzetten van expertise van het (voortgezet) speciaal onderwijs en over de inzet van personeel. Een voorstel hiervoor wordt de komende periode verder uitgewerkt. Vanaf 2015/2016 gaan de middelen voor de AB over naar de samenwerkingsverbanden. Dan wordt ook de eerste stap gezet naar de verevening van de bekostiging. De brief van de minister geeft hierbij geen duidelijkheid over de positie van de scholen die samenwerken met residentiële instellingen.
De overgangsregeling voor samenwerkingsverbanden, om de middelen op landelijk niveau te verdelen (verevening), wordt gebaseerd op de teldatum 1 oktober 2011. De PO-Raad maakt zich grote zorgen over de financiële gevolgen van de verevening. Het is tenminste nodig dat er ruim de tijd wordt genomen zodat schoolbesturen kunnen anticiperen op grote financiële veranderingen. Het is nu niet duidelijk of deze regeling daar ook aan voldoet. Ook wordt per 1 augustus 2012 de groeiregeling voor het (voortgezet) speciaal onderwijs afgeschaft. Deze maatregelen zijn bedoeld om tussentijdse groei van het speciaal onderwijs te voorkomen.
Op basis van de 80 regiogesprekken heeft de minister een voorstel voor de regiovorming gemaakt. Uitgangspunten bij de regiovorming zijn o.a. geweest dat er rekening wordt gehouden met de verworvenheden van de bestaande samenwerkingsverbanden. Maar ook de gemeentegrenzen, leerlingstromen en de beschikbaarheid van het so speelden een belangrijke rol.
De PO-Raad deelt deze uitgangspunten, maar is nog niet tevreden met het voorlopige resultaat: op basis van gesprekken met en reacties van onze leden lijkt de voorgestelde indeling nog voor een belangrijk deel te verschillen met de verwachtingen van betrokken samenwerkingsverbanden. Namens de PO-Raad voert Dick Rasenberg inmiddels gesprekken met de besturen van de samenwerkingsverbanden, zodat we de aandachtspunten goed in beeld krijgen. Op basis van de bevindingen gaan wij opnieuw in gesprek met OCW.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst