In de onderwijsbegroting 2012 staat weinig nieuws ten opzichte van het regeerakkoord dat vorig jaar werd gepresenteerd. Dit regeerakkoord bevatte onder andere ingrijpende bezuinigingen op het speciaal onderwijs. Het geld dat hiermee vrijgemaakt wordt, wordt deels geherinvesteerd in professionalisering. Maar een groot deel gaat naar de invoering van prestatiebeloning. Dit heeft voor het onderwijsveld momenteel geen prioriteit. De PO-Raad betreurt het dat er niet geluisterd is naar het onderwijsveld, want het schuiven met middelen gaat ten koste van de kwaliteit van het (speciaal) onderwijs en de leerkrachten. Schoolbesturen kunnen op deze manier de in de begroting beschreven ambities niet waarmaken.
De minister heeft, taalkundig gezien, gelijk als ze zegt dat zij geen nieuwe bezuinigingen oplegt. Wel schuift de minister met geldstromen en compenseert zij in deze begroting niet de tekorten die zijn ontstaan door de cumulatie van bezuinigingen. Scholen voelen deze tekorten in hun dagelijkse praktijk. Scholen hebben bovendien ook inkomsten uit andere bronnen, zoals gemeentelijke- en projectsubsidies. En deze nemen ook af. Op schoolniveau moet er dus wel degelijk op de uitgaven bezuinigd worden. Bovendien zien schoolbesturen de kosten veel harder stijgen dan de vergoeding die zij daarvoor krijgen. Dit zijn kosten zoals de energierekening, gebouwbeheer, personeelslasten (pensioenpremies en dergelijke), lesmaterialen, schoonmaakkosten, et cetera. Omdat de vergoedingen niet meer toereikend zijn moet het schoolbestuur op haar uitgaven bezuinigen. En aangezien er, zo blijkt uit onafhankelijk onderzoek, in het primair onderwijs geen geld over de balk gegooid wordt aan bijvoorbeeld overhead en hoge bestuurderssalarissen, is het niet te vermijden dat dit uiteindelijk ook ten koste gaat van het primaire proces.
Kete Kervezee, voorzitter PO-Raad: Het onderwijsveld voelt het als een ontkenning van de werkelijkheid, dat de minister blijft volhouden dat er niet bezuinigd wordt. In debatten zet de minister het onderwijsveld weg als onkundig. Ik nodig de minister uit de jaarrekeningen van 2010 te bestuderen en daarna verder te praten over de financiële situatie waarmee onze leden dagelijks te maken hebben.
In de onderwijsbegroting wordt wederom de ambitie uitgesproken dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat en dat leerlingen hun schooltijd met betere resultaten afsluiten. De PO-Raad deelt deze ambitie, onderschrijft de noodzaak tot verdere professionalisering en constateert dat hier geld voor vrijgemaakt wordt. Tegelijkertijd stelt de PO-Raad vast dat het geld hiervoor eerst wordt weggehaald bij andere onderwijsactiviteiten, die onverminderd uitgevoerd moeten worden. Hierdoor wordt het een bijna onmogelijke opdracht de kwaliteit te handhaven, laat staan te verbeteren.
Dat er ondanks deze bezuinigingen en ongewenste herschikkingen toch nog met het veld te spreken is over mogelijke kwaliteitsverbetering is een groot compliment voor de schoolbesturen en hun medewerkers.
Positief in de begroting is dat extra middelen voor professionalisering via de prestatiebox naar het veld gaan en niet via losse subsidies. Dit beperkt de administratieve rompslomp voor besturen, wat de doelmatigheid ten goede komt. De PO-Raad gaat er van uit dat deze lijn ook wordt voortgezet in het bestuursakkoord waarover de minister op dit moment met (de leden van) de PO-Raad overlegt.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst