18 september 2012Voor 2013 staan er geen nieuwe ontwikkelingen in de onderwijsbegroting. Het primair onderwijs krijgt vanaf 2014 bij ongewijzigd beleid echter te maken met een korting op de lumpsum van ruim 57 miljoen, oplopend naar bijna 89 miljoen in 2016. Dit staat in de onderwijsbegroting voor 2013 die 18 september is gepresenteerd. De PO-Raad verwacht dat deze plannen nog worden aangepast in een nieuw regeerakkoord, aangezien bijna alle politieke partijen in hun verkiezingsprogramma investeringen in het onderwijs hebben beloofd.
Bij het sluiten van het Lenteakkoord in april 2012 werd bekend dat, mede door de argumenten uit het onderwijsveld, de bezuiniging voor Passend onderwijs van de baan is, maar de zorgen over de financiële situatie in het primair onderwijs zijn niet over. De nullijn in de salarissen voor onder andere de leraren is een pijnlijke keuze. Dit betekent dat leraren niet alleen in 2010 en 2011 op de nullijn komen te staan, maar ook in 2012 en 2013. De leraren verliezen koopkracht, waarmee het onderwijs niet aantrekkelijker wordt als werkgever. Daarnaast stijgen de kosten (bijvoorbeeld sociale premies, materiële instandhouding) al jaren harder dan de bekostiging.
Eerder dit jaar heeft het primair onderwijs een Bestuursakkoord afgesloten met de minister. In dit bestuursakkoord staan 30 concrete doelstellingen. Zo is een ambitie dat alle scholen in 2015 hun opbrengsten openbaar zullen maken. De PO-Raad vindt het een goede zaak dat de schoolbesturen nu 44 miljoen extra kunnen investeren in de professionalisering van schoolleiders en leraren. De begroting van OCW voegt echter ook extra ambities toe. Kete Kervezee, voorzitter PO-Raad :"Wij willen graag de hoge ambities uit het Bestuursakkoord waarmaken. De sector heeft de ambitie om de onderwijskwaliteit te verhogen. We gaan voor een 8, maar de bekostiging blijft op het niveau van een zesje steken. In de begroting wordt het ambitieniveau op een 9 gezet, terwijl daar geen bijbehorende investeringen tegenover staan."
Daarnaast krijgt de sector te maken met een daling van het aantal leerlingen. Voor de nieuwe kabinetsperiode komt dit neer op een daling van 63.400 leerlingen. Kete Kervezee, voorzitter PO-Raad: "De krimp en het natuurlijk verloop door vergrijzing gaan niet parallel. Hierdoor zullen jongere leraren hun baan verliezen, terwijl we hen in latere jaren hard nodig zullen hebben. Wij pleiten ervoor om gedurende deze transitieperiode de middelen tijdelijk in te zetten voor kwaliteitsversterking door behoud van jonge leraren."
Basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs kampen al jaren met stille bezuinigingen. De kosten per leerling in de sector stijgen al enige jaren harder dan de bekostiging per leerling. De afgelopen jaren heeft de sector primair onderwijs te maken gehad met een cumulatie van bezuinigingen en niet toereikende compensatie voor de kostenstijgingen van circa 500 miljoen. Een extra bezuiniging is onaanvaardbaar. Schoolbesturen geven vanaf 2011 in grote getale aan, dat zij hierdoor niet meer de kwaliteit kunnen leveren die zij zelf voorstaan, noch de kwaliteit die door de politiek van hen wordt verlangd. Bij de meeste schoolbesturen is de rek er uit. In tijden van economische crisis vraagt de sector niet om meer bekostiging, maar wel om stabiel beleid (geen bezuiniging, ook niet om intensiveringen mogelijk te maken) en meer ruimte om als sector creatieve oplossingen te vinden om kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Nu al speelt bij een groot aantal scholen dat ze leraren moeten ontslaan en dat ze klassen groter moeten maken. De PO-Raad blijft de politiek erop wijzen dat nog meer bezuinigingen in het primair onderwijs leidt tot daling van kwaliteit van het onderwijs voor de leerlingen.
Trefwoorden:
Financiën, Werkgeverszaken, Onderwijskwaliteit
Relevante links:Miljoenennota 2013OCW begroting 2013
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst