Door Margreet van den Berg
Afgelopen maandag was ik te gast op De Verdieping bij Kennisnet, waar ik de masterclass ‘The Flipped Classroom’ mocht bijwonen. De masterclass werd gegeven door Jon Bergmann en Aaron Sams, de grondleggers van het concept. Het was een genoegen om erbij te zijn: Jonathan en Aaron zijn beide bevlogen docenten die in staat zijn iedereen in de groep bij het onderwerp te betrekken en actieve deelname te stimuleren. Tegelijkertijd aarzelen ze niet om kritisch te kijken naar het door hen ontwikkelde concept, en durven ze het belang daarvan te relativeren.
Hoe anders is flipping eigenlijk?
Voor mij was dat belangrijk: ik ging naar de bijeenkomst omdat ik wel eens wilde weten wat er nu zo nieuw is aan Flipping the Classroom. Is het wezenlijk anders dan wat ik moest doen op school: een stuk tekst bestuderen voor de les en zodat we in de klas daarmee aan de slag konden gaan?
Jon gaf me al in de ochtend antwoord op die vraag: het is inderdaad niet heel anders. Alleen is het bestuderen van teksten niet iets wat de gemiddelde leerling graag en makkelijk doet, dus daarom geven Jon en Aaron er de voorkeur aan om in plaats daarvan een video aan te bieden.
Het gaat niet om video’s
Flipping the classroom draait volgens Jon en Aaron niet om die video’s. Ook gaat Flipping the Classroom niet per definitie om de het verschuiven van een deel van het leren van de klas naar thuis: je kan ook de les/het onderwijs ‘flippen’ in huiswerkvrij onderwijs. Een goede definitie van het concept is gegeven door Ramsey Musallam, leraar Science op een high school: ‘Flipped learning happens when we remove direct instruction from the group learning space into the individual learning space.’ Natuurlijk betekent dat niet dat je in de les helemaal geen uitleg meer geeft: integendeel: het stelt je in staat om in te gaan op de vragen die na de algemene instructie nog leven bij (een deel van) de leerlingen.
Opstapje naar andere didactische aanpak
Waarom is Flipping the Classroom dan toch interessant voor het onderwijs? Jon en Aaron geven daarvoor als reden dat Flipping the classroom een concept is dat door docenten zelf eenvoudig opgepakt kan worden. En wie eenmaal dit concept heeft doorgevoerd kan makkelijk een stapje nemen naar een andere didactische aanpak. Voor henzelf was Flipping the Classroom een opstap naar het ‘mastery-concept’. In dit concept bestudeert elke leerling in zijn eigen tempo de leerstof. Hij krijgt eerst individueel instructie, waarna hij gaat oefenen met het onderwerp en in de praktijk gaat toepassen. Daarna krijgt hij een toets. Als hij die onvoldoende scoort, kan hij herkansen, net zolang totdat de toets voldoende wordt gescoord. Deze toets kan eventueel ook vervangen worden door een al dan niet door de leerling zelf bedachte, opdracht waarmee hij aantoont de stof te beheersen.
Onderwijsvernieuwing
Maar vanuit het flippen van de les, kan er volgens Jon en Aaron ook makkelijker overgestapt worden naar andere concepten, bijv. Universal Design for Learning (UDL), onderzoeksgericht onderwijs en probleemgestuurd onderwijs en ‘21e eeuws onderwijs’. Het flippen van de les/het onderwijs is volgens Jon en Aaron voor de docent een laagdrempelige manier om zijn onderwijs naar eigen inzicht te vernieuwen.
Niet echt laagdrempelig voor de docent
Ik ben zelf in het afgelopen jaar betrokken geweest bij een nascholing voor docenten die met ICT aan de slag wilden. Onderdeel van die scholing was het maken van een filmpje: een opdracht waar veel cursisten behoorlijk tegenop zagen. Maar met wat hulp (van de docent en elkaar) slaagde iedereen erin om zelf een filmpje te maken en daar waren ze – terecht – behoorlijk trots op. Ik denk daarom dat ‘flippen’ niet echt laagdrempelig is: ik denk dat de meeste docenten daarbij behoorlijk wat hulp nodig hebben. Maar ik verwacht zeker dat wie erin slaagt om zijn lessen te flippen, zelfverzekerder een nieuwe afslag neemt naar onderwijsvernieuwing!
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst