Pesten is een ernstig probleem waartegen schoolbesturen - samen met ouders, leerlingen en leraren - maatregelen moeten treffen. Scholen zijn en voelen zich verantwoordelijk voor het realiseren van een sociaal veilige omgeving. De PO-Raad vindt echter dat scholen de vrijheid moeten hebben om zelf een methode te kiezen om pesten tegen te gaan. Alleen dan kan er op schoolniveau maatwerk geleverd worden.
Staatssecretaris Sander Dekker heeft een lijst bekend gemaakt met bewezen effectieve programma’s tegen pesten. De lijst is opgesteld door het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) in samenwerking met diverse deskundigen en is onderdeel van het wetsvoorstel dat scholen per 1 augustus 2015 verplicht pesten aan te pakken. Op de lijst staan dertien methodes, waarvan acht methodes geschikt zijn voor het primair onderwijs en vier methodes geschikt zijn voor het speciaal onderwijs.
De PO-Raad heeft samen met de VO-raad al eerder aangegeven dat het aanpakken van pesten niet door een wettelijke verplichting kan worden opgelost. Wat daaraan wel kan bijdragen, is het beschikbaar stellen van goede aanpakken die scholen in hun veiligheidsbeleid kunnen integreren en verdere ondersteuning voor schoolleiders en docenten. Maar de overheid moet geen lesmethodes voorschrijven; dat past niet bij de vrijheid van onderwijs.
De sectorraden hebben veel moeite met het feit dat scholen uit ‘programma’s’ moeten kiezen. Er zijn genoeg scholen die geen compleet anti-pestprogramma nodig hebben, omdat zij al instrumenten en aanpakken gebruiken die in de context van de school effectief gebleken zijn en onderdeel uitmaken van de integrale schoolbrede aanpak ten aanzien van sociale veiligheid. Wij willen voorkomen dat deze scholen door de inspectie afgerekend worden, uitsluitend op het niet hebben van enkel een ‘evidence based’ anti-pestprogramma.
Het wetsvoorstel wordt na de zomer naar de Tweede Kamer gestuurd. De Tweede Kamer debatteert mogelijk nog voor de zomer over de gepubliceerde lijst.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst