Alle lessen in het voortgezet onderwijs moeten worden gegeven door daartoe bevoegde leraren (of leraren in opleiding) om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen en te verbeteren. Dit is afgesproken in het Nationaal Onderwijsakkoord. Besturen en scholen moeten onbevoegde leraren stimuleren om een bevoegdheid te halen. Dat kondigt staatssecretaris Sander Dekker (onderwijs) vandaag aan in zijn plan van aanpak om onbevoegden voor de klas terug te dringen. Met deze aanpak ontstaat een sluitende aanpak waardoor leerlingen en ouders erop kunnen vertrouwen dat lessen worden gegeven door een hiervoor bevoegde leraar.

Ruim driekwart van de lessen in het voortgezet onderwijs wordt al gegeven door een daartoe bevoegde leraar. Daarnaast wordt zeven procent van de lessen verzorgd door leraren die anderszins benoembaar zijn, zoals leraren in opleiding. Bijna zestien procent van de lessen wordt nog door leraren gegeven die voor dat specifieke vak onbevoegd zijn. Dat is teveel. Staatssecretaris Dekker wil dat álle lessen door bevoegde of benoembare leraren worden gegeven: “Leerlingen in het voortgezet onderwijs verdienen het allerbeste onderwijs en daarvoor zijn goed opgeleide leraren cruciaal. Een bevoegde leraar met de juiste kwalificaties is het beste in staat om er voor te zorgen dat leerlingen het maximale uit zichzelf kunnen halen. Als je als bestuur en school onderwijs serieus neemt, maak je werk van bevoegdheid.”

Huidige situatie
Op dit moment worden leraren door hun leidinggevenden nog onvoldoende gestimuleerd om hun kwalificaties binnen de gestelde tijd te halen. Vaak zijn schoolbesturen zich niet voldoende bewust van de wettelijke termijnen en voorwaarden die gelden rondom de benoeming van leraren. Jonge leraren richten zich bijvoorbeeld al snel volledig op het lesgeven waardoor de afronding van hun opleiding erbij in schiet. Of schoolleiders vragen leraren gaten in het rooster op te vullen, zonder dat zij daarvoor het juiste diploma hebben of in opleiding zijn.

Aanpak
Besturen, schoolleiders en leraren zijn als eerste aan zet als het gaat om het halen van een bevoegdheid. Vanaf 2016 gaan schoolbesturen daarom de gegevens over bevoegdheden per school in kaart brengen. Ouders en leerlingen kunnen deze cijfers bekijken via de website www.scholenopdekaart.nl. Zo wordt voor alle betrokkenen duidelijk zichtbaar hoeveel lessen door onbevoegde docenten worden gegeven en met die informatie kunnen scholen daar verbetering in aanbrengen.

De Inspectie van het Onderwijs zal in 2016 en 2017 op 200 scholen onderzoeken of het bestuur voldoet aan de wettelijke benoembaarheidseisen. Als leraren zonder enige bevoegdheid een vak geven waar een lerarenopleiding voor vereist is, moeten deze leraren binnen de wettelijke termijn met de opleiding voor die bevoegdheid starten. Gebeurt dat niet, dan volgen sancties. In uiterste gevallen kan de bekostiging worden opgeschort of ingehouden.

Daarnaast moet het aanbod van lerarenopleidingen beter worden afgestemd op de bijscholingsvraag van scholen. De eerste stappen op dit gebied zijn zichtbaar. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk de educatieve minor voor een beperkte tweedegraadsbevoegdheid ook na de bachelor te volgen. Verder komen er steeds meer mogelijkheden om flexibel modules te volgen, die uiteindelijk leiden tot een bevoegdheid.

VorigeE-waste race
VolgendeEen derde basisscholen geeft enkelvoudige schooladviezen
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter