Jonge kinderen van 2,5 tot 4 jaar lopen een taalachterstand fors in als ze deelnemen aan voorschoolse educatie. Het effect op hun ontwikkeling is het grootste wanneer kinderen met een taalachterstand samen in een groep zitten omdat dit zorgt voor meer focus en daarmee hogere kwaliteit. Dit blijkt uit drie onderzoeken die staatssecretaris Dekker (Onderwijs) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het is voor het eerst dat onderzoekers Nederlandse kinderen voor langere tijd hebben gevolgd om de effecten van voorschoolse educatie vast te stellen.
Kinderen met een risico op (taal)achterstand blijken zich sneller te ontwikkelen gedurende de voorschoolse periode dan kinderen zonder dit risico. Dit kan zorgen voor een halvering van de achterstand op woordenschat. Ook leren de kinderen hun aandacht langer bij een taak of activiteit te houden. Voor rekenen is geen inhaaleffect aangetoond.
Voorschoolse educatie werkt beter wanneer er meer kinderen met achterstand bij elkaar zitten, dan wanneer er enkele kinderen met een achterstand in een bredere groep worden geplaatst. In een groep met meer kinderen met een achterstand lukt het beter om meer kwaliteit te leveren, om kinderen beter te ondersteunen in hun taalontwikkeling en is er een groter aanbod aan taal- en rekenactiviteiten.
Dekker is te spreken over de uitkomsten van het onderzoek omdat dit de zin van voorschoolse educatie duidelijk aantoont. ‘We hebben de afgelopen tijd veel twijfel gehoord over het nut van voorschoolse educatie in Nederland. Deze onderzoeken tonen nu aan dat het zinvol is om kinderen met een risico op een taalachterstand al op jonge leeftijd een extra steuntje in de rug te geven’, zegt Dekker.
Inzet op kinderen met achterstand
De staatssecretaris pleit er tegelijk voor om voorschoolse educatie enkel in te zetten voor kinderen die dit echt nodig hebben. ‘Niet alle kinderen hoeven door dezelfde mal’, vindt Dekker, die nu nog ziet dat sommige gemeenten een bredere doelgroep hanteren, waarbij ook kinderen zonder risico op (taal) achterstand worden benaderd om deel te nemen aan voorschoolse educatie.
Hij roept gemeenten dan ook op hun achterstandsmiddelen in te zetten waar het voor bedoeld is: het tegengaan van achterstanden. 'Er zijn nog te veel kinderen die een valse start maken op school. Laten we er voor zorgen dat het geld om achterstanden weg te werken ook echt terecht komt bij die kinderen die er het meeste baat bij hebben', zegt Dekker.
Kwaliteitsverbetering
Volgens de onderzoekers is de kwaliteit van voorschoolse instellingen met een educatie-programma hoger dan de kwaliteit van de reguliere kinderopvang of peuterspeelzaal, maar moet de kwaliteit van voorschoolse educatie wel worden verbeterd. Dekker neemt dan ook maatregelen om de educatieve kwaliteit op te krikken.
Zo moeten pedagogisch medewerkers vanaf augustus 2017 over een hogere taal- en leesvaardigheid beschikken. ‘Leidsters moeten de Nederlandse taal echt goed machtig zijn om de kinderen te helpen bij het wegwerken van de achterstand’, zegt de staatssecretaris.
Voldoende
Tevens gaat Dekker de eisen voor bij- en nascholing aanscherpen, net als de voorwaarden voor het behalen van een certificaat voor beroepskrachten in de voorschoolse educatie. ‘Nu zie je dat sommige medewerkers een cursus van een paar uur doen en dan aan de slag gaan. Dat kan straks niet meer’, zegt Dekker. Ook legt hij vast dat de medewerkers hun vve-module op de opleiding met een voldoende moeten afronden.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst