De raad vindt dat er een fundamentele bezinning nodig is op de organisatie van het onderwijsstelsel met als doel het op onderdelen aan te passen. In het licht van maatschappelijke ontwikkelingen wordt de manier waarop we het onderwijs georganiseerd hebben problematisch: (1) jongeren uit verschillende sociale groepen komen elkaar niet meer vanzelfsprekend tegen in het onderwijs; (2) plaatsing in het voortgezet onderwijs wordt steeds bepalender voor het eindniveau van jongeren; en (3) permanente educatie heeft geen formele plek in het onderwijsstelsel. Dit stelt de Onderwijsraad in zijn publicatie Hoofdlijnen van Stand van educatief Nederland dat op 13 december is aangeboden aan minister Van Engelshoven en minister Slob (onderwijs).
De voor Nederland typerende scheiding tussen onderwijssectoren, schoolsoorten, leerwegen en opleidingen (differentiatie) maakt dat leerlingen met verschillende sociale achtergronden elkaar steeds minder vanzelfsprekend tegenkomen. Terwijl de school bij uitstek de plaats is waar jongeren moeten leren omgaan met verschillen, door te oefenen in het omgaan met conflicten en het respect bijbrengen voor andersdenkenden. Het onderwijs kan hierdoor maar beperkt bijdragen aan sociale samenhang in de samenleving.
De mate van differentiatie in het onderwijsstelsel is ook gaan knellen, omdat de scheidingen tussen schoolsoorten en leerwegen strikter zijn geworden en het aantal brede brugklassen is afgenomen. Dat maakt op- of doorstroom op een later moment lastiger. Daardoor bepaalt de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs steeds meer het verdere verloop van hun schoolloopbaan. Omdat in Nederland deze plaatsing bovendien op vroege leeftijd gebeurt, krijgen sommige groepen leerlingen, zoals laatbloeiers, minder kansen in het onderwijs.
De dynamische samenleving en arbeidsmarkt stellen andere eisen aan burgers en werknemers. Leren gaat niet meer vooraf aan betaald werken, maar er is een combinatie van werken en leren nodig gedurende de leer- en arbeidsloopbaan. Het huidige stelsel – dat primair is ontworpen voor kinderen en jongeren, en in veel mindere mate voor (werkende) volwassenen – is onvoldoende ingericht om scholing permanent te maken gedurende de levensloop.
Vertrekpunten voor stelselaanpassingen
De knelpunten vragen om een aantal aanpassingen in het onderwijsstelsel. Om richting te geven aan de gedachtevorming en discussie over noodzakelijke herzieningen, heeft de raad vijf ‘vertrekpunten’ geformuleerd: (1) verminder differentiatie waar nuttig en mogelijk; (2) verbind schoolsoorten en opleidingen; (3) stimuleer beroepsgericht onderwijs op het havo en vwo; (4) verminder en verbeter selectie; en (5) geef permanente educatie een structurele plek in het onderwijsstelsel.
Bron: Onderwijsraad
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst