Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), heeft zojuist met de provincie Fryslân de nieuwe ‘Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer’ (Bestuursafspraak Friese taal en cultuur) ondertekend. Met de afspraak geven provincie en Rijk samen invulling aan hun verantwoordelijkheid voor het Fries, dat is erkend onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden uit 1998. Provincie en Rijk waarborgen het gebruik van het Fries niet alleen, met de bestuursafspraken moet het Fries ook steeds meer vanzelfsprekend worden. Ollongren in Leeuwarden: “De Friese taal is heel belangrijk voor de Friezen merk ik ook vandaag weer. Taal gaat om identiteit, om emotie. Het is mooi om eraan mee te werken, dat Fries gesproken en geschreven blijft worden.”
Iedereen die dat wil moet zich in Fryslân in het Fries kunnen uitdrukken. Met de bestuursafspraak dragen Rijk en provincie daaraan bij en spreken ze samen de ambitie uit dat in 2030 meer Friezen ook Fries kunnen lezen en schrijven. Die ambitie geldt zowel voor Friezen voor wie het Fries de moedertaal is –meer dan de helft van de inwoners- als voor Friezen die het Fries als tweede taal spreken.
260.000 euro voor bevorderen Friese taal: leerstoel en taalplannen
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) maakt voor de looptijd van de bestuursafspraak jaarlijks 110.000 euro vrij voor de leerstoel Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit is de enige universiteit waar een opleiding Fries wordt aangeboden. Door het behoud van de leerstoel kunnen studenten ook in de toekomst Fries blijven studeren op academisch niveau. Zo blijven er voldoende mensen met de juiste kennis en kwaliteit beschikbaar voor het Friese werkveld.
BZK maakt daarnaast jaarlijks 150.000 euro vrij om de provincie te ondersteunen in de uitvoering van haar wettelijke taken. Bijvoorbeeld voor het overleg met de betrokken organisaties en gemeenten binnen het Friese taalgebied. De provincie Fryslân, die sinds 2017 ook de rol van Taalschipper op zich heeft genomen, ondersteunt gemeenten onder andere bij het opstellen van taalbeleidsplannen. De Taalschipper coördineert, verbindt en inspireert de betrokken organisaties op het Friese taaldossier in de provincie Fryslân.
Gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur maken Rijk en provincie periodiek bestuursafspraken. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid komt voort uit de Wet gebruik Friese taal (2014)[1], het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden (1998) en het Kaderverdrag inzake de bescherming van Nationale Minderheden (2005). Vandaag zijn afspraken vastgelegd over het waarborgen en bevorderen van het gebruik van het Fries in verschillende domeinen: onderwijs, rechterlijke autoriteiten, bestuurlijke autoriteiten, openbare diensten, media, cultuur, economisch en sociaal leven en grensoverschrijdende uitwisselingen. De nieuwe bestuursafspraak loopt van 2019-2023. Andere betrokken ministeries zijn OCW en J&V.
Twee officiële talen
Het Fries is naast het Nederlands een officiële taal in de provincie Fryslân. Friese burgers hebben het recht om behalve het Nederlands het Fries te gebruiken in de provincie Fryslân. Bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met de gemeente. Dat is geregeld in de Wet gebruik Friese taal. De wet bepaalt ook dat in het rechtsverkeer de eed of belofte in het Fries wordt afgenomen en dat Friese gemeenten regels en een beleidsplan moeten opstellen voor het gebruik van de Friese taal.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst