Circa een kwart (24%) van de middelbare scholen die jaarlijks buitenlandse reizen voor leerlingen organiseren (83% organiseert deze reizen), heeft in de afgelopen twee jaar bestemmingen gewijzigd als gevolg van aanslagen of terreurdreiging. Omgerekend naar alle middelbare scholen is dat 19%.
Dat blijkt uit een in januari 2018 verricht onderzoek onder 217 directeuren in het voortgezet onderwijs. Het representatieve onderzoek is uitgevoerd door DUO Onderwijsonderzoek & Advies, een onafhankelijk onderzoeksbureau.
Londen en Parijs minder in trek, Praag in opkomst
De meest genoemde bestemmingen die niet meer worden bezocht zijn Londen, Parijs en Berlijn. Op het merendeel van de scholen die hun bestemmingen hebben gewijzigd, zijn de bestemmingen vervangen door andere bestemmingen. De meest genoemde ‘vervangende’ bestemmingen zijn Praag en (ook weer) Berlijn.
Op twee derde (68%) van de middelbare scholen die jaarlijks buitenlandse reizen voor leerlingen organiseren, is er binnen de school discussie over de buitenlandse bestemmingen. Het meest wordt er gediscussieerd over het wijzigen van bestemmingen vanwege aanslagen/terreurdreiging (41%).
Sommige leerlingen mogen van hun ouders niet meer mee
Op 52% van de scholen die jaarlijks buitenlandse reizen voor leerlingen organiseren, komt het voor dat leerlingen van hun ouders niet meer met school mee mogen naar een buitenlandse bestemming vanwege aanslagen/terreurdreiging. Meestal komt dat per school een enkele keer voor. In deze gevallen biedt de school een alternatief (thuisblijf-)programma aan, accepteert/respecteert de school het niet-deelnemen of biedt de school leerlingen de mogelijkheid om te kiezen voor een andere bestemming.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst