Binnen kunst en creativiteit zetten wij leerlingen in het licht als uitvinders. Zij leren ontwerpen en hun ideeën tastbaar uit te voeren. Dit doen wij door gebruik te maken van ambachtelijke technieken in onze workshops op school. Maar ook met behulp van moderne technologie proberen we via techniek in de klas de uitvinder in de leerlingen naar boven te halen. Voor beide richtingen geldt dat de leerling met de handen aan het maken is, letterlijk in de verf of juist met schroevendraaier en stroomdraad.
Er wordt steeds vaker gevraagd naar vakoverstijgende projecten, waarbij kunst genomineerd wordt met bijvoorbeeld het vak techniek, natuurkunde of Nederlands. Ook hierin blijkt het werken met zowel fysieke materialen als digitale technieken de creativiteit te bevorderen. Hierin is kunst de prikkeling en mogelijkheid tot fantaseren en experimenteren. Ook past het procesmatig werken naar een nog onbekend eindproduct heel goed bij Maakonderwijs. Met als leidraad het zoeken naar een oplossing voor bijvoorbeeld een technisch of maatschappelijk probleem of vraag.
Zoals het artikel van het LKC (over PO maakonderwijs) aangeeft is Maakonderwijs op school gericht op de kennisconstructie. Net als bij de kunst ambachten gaat het hier bijvoorbeeld over het leren om te gaan met iets “basics” als gereedschap, maar ook met iets nieuws en onbekends zoals een Hololens. Daarnaast is het leren een persoonlijk proces: de leerling maakt als uitvinder keuzes, kiest een manier van werken, maakt het zo ingewikkeld als hij/zij kan bedenken en leert hierin samen te werken en eigen taken te vervullen. Bovendien geeft de leerling zelf een bepaalde betekenis of functie aan het eindproduct, en geeft daarmee antwoord op een vraag uit de omgeving.
Wij zien binnen het onderwijs een trend in het samenwerken in teams, waarbij de succeservaring hem zit in die samenwerking: samen tot iets komen, iets unieks. Dit kan in alle soorten techniekonderwijs voor school. Kenmerkend en gemaakt door de vindingrijkheid van de individuen in de groep. Wat er in het proces nodig is wordt erbij gehaald en de kennis wordt opgedaan door het direct in te zetten. Van werken met naald en draad, tot het maken van een stroomcircuit maar ook het digitaal bewerken van een foto. Zo ligt de focus van het doceren niet op de overdracht van kennis, maar op het coachen in het uitvoeren van de nodige kennis. Leren door te doen.
Wat zou dit voor de toekomstige workshops op school kunnen betekenen? Leerlingen zijn niet langer passieve informatie nemers, maar actieve experimenterende ondernemers. Ze worden aangesproken op hun vindingrijkheid en hun kijk op de wereld. Maar ook op een verantwoordelijkheids besef. Je leert middels jouw project, het proces is belangrijker dan het daadwerkelijke eindproduct.
Daarbij is de vakkenstructuur veranderd, omdat er meer in zogenaamde "labs" wordt gewerkt. Leerlingen vormen teams om in het lab aan een bepaald project te werken. Dit betekent dat de huidige indeling op school, namelijk in klassen van ca. 25 - 30 leerlingen, veranderd in grotere groepen in de vorm van een afdeling of misschien gewoon leerjaar. Door het teamwerk in de zogenaamde labs werken zij in kleinere groepen. Dit zie je nu al terug in de vorm van leerpleinen, waarbij vaak zelfs lokalen niet meer de norm zijn.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst