Aantal jongeren met leesachterstand blijft fors toenemen

Het percentage Nederlandse jongeren dat risico loopt om laaggeletterd te worden, blijft fors toenemen. Van 17,9 procent in 2015 naar 24 procent in 2018. Daarnaast geeft 60 procent van de leerlingen aan alleen te lezen als het moet, bijvoorbeeld voor het opzoeken van informatie voor schoolopdrachten. Dat staat in het onderzoek dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vandaag publiceert. Dit zogeheten PISA-onderzoek meet wereldwijd de kennis en vaardigheden van 15-jarigen. Stichting Lezen & Schrijven vindt deze uitkomsten alarmerend. Met een leesachterstand is het lastig om later volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Daarvoor zijn basisvaardigheden, zoals lezen en schrijven, onmisbaar.

Daling
Uit het PISA 2018-onderzoek blijkt dat bijna een kwart van de jongeren het risico loopt op laaggeletterdheid. Dit is een stijging in het aantal jongeren ten opzichte van 2015. Deze verandering was niet terug te zien in de andere landen. Waar Nederland altijd hoger scoorde dan het OESO-gemiddelde, is de score nu voor het eerst gelijk aan dit gemiddelde. Nederlandse leerlingen scoren bovendien voor het eerst lager dan het gemiddelde van leerlingen uit de 15 onderzochte EU-landen. Stichting Lezen & Schrijven noemt het zorgwekkend dat de stijging van het aantal jongeren met een leesachterstand nu nog duidelijker te zien is. Waar er sinds 2003 al sprake was van schommelingen scoren jongeren nu een stuk lager op hun leesvaardigheid.

Tijdverspilling
PISA 2018 laat zien dat het leesplezier van leerlingen in Nederland lager is dan in alle andere deelnemende landen. Ongeveer 60 procent van de leerlingen geeft aan alleen te lezen als het moet of om informatie op te zoeken wanneer dat nodig is. Bijna de helft van de 15-jarigen vindt lezen zelfs een tijdverspilling. Dit is zorgelijk. Een negatieve leeshouding zorgt ervoor dat kinderen en jongeren weinig lezen. Daardoor gaan zij niet alleen niet vooruit in het lezen, maar het leesniveau kan zelfs achteruitgaan. Dat de daling in leesmotivatie doorbroken moet worden, staat al langer op de agenda. Zo kwam in juni 2019 al een oproep tot een leesoffensief door de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad. Leesmotivatie dient op alle schoolniveaus een vast onderdeel te zijn van het curriculum. Ook vanuit het onderwijsveld klinkt al langer dit geluid: curriculum.nu benadrukt het belang van het stimuleren van leesplezier en de waarde van boeken en literatuur in het onderwijs.

Geke van Velzen, directeur-bestuurder Stichting Lezen & Schrijven:
“Dat bijna een kwart van het aantal jongeren een leesachterstand heeft, is zorgwekkend. Zij lopen een groot risico om later laaggeletterd te worden. Om laaggeletterdheid in de toekomst juist te voorkomen, is het nodig dat we meer investeren in taal-, lees- en schrijfonderwijs op school. Dat staat ook in het rapport ‘Lees! Een oproep tot een leesoffensief’ van Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad. Stichting Lezen & Schrijven roept samen met de andere partners uit de Leescoalitie de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op vaart te maken met de uitvoering van de adviezen uit het rapport ‘Lees!’. Het is belangrijk dat we het tij nu keren.”

PISA
Iedere drie jaar publiceert de OESO het PISA-rapport. PISA kent drie domeinen: leesvaardigheid, natuurwetenschappen en wiskunde. Per peiling ligt de nadruk op één van deze drie domeinen. In het PISA 2018-rapport ligt de nadruk op het domein leesvaardigheid. Hoewel Nederland een leesscore heeft die vergelijkbaar is met het OESO-gemiddelde, scoren we voor het eerst lager dan de overige 15 EU-landen. Het niveau van wiskunde en natuurwetenschappen bleef stabiel. Aan PISA 2018 namen 77 landen deel.

VorigeMinisters roepen op tot leesoffensief
VolgendeZo bereid je je optimaal voor op dat belangrijke tentamen
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter