In het onlangs verschenen inspectierapport over de Staat van het onderwijs ontbreekt op verschillende punten het perspectief van de schoolleider. De Inspectie van het Onderwijs is positief over de nieuwe ontwikkelingen, maar ziet ook versnippering en weinig consensus over wat belangrijke ijkpunten zijn voor het onderwijs. AVS-voorzitter Petra van Haren: “De Nederlandse scholen zijn zeer vooruitstrevend waar het gaat om innovaties, zo blijkt uit internationale vergelijking. Het is jammer dat op dit punt het perspectief en de cruciale rol van de schoolleider bij innovaties nagenoeg geheel ontbreekt in de Staat van het Onderwijs.”
Schoolleiderstekort ontbreekt
Het perspectief van de schoolleider ontbreekt ook als het gaat over lerarentekort. Ook vermeldt de Staat nagenoeg niets over het steeds verder oplopende schoolleiderstekort. Van Haren: “Het tekort aan schoolleiders loopt enorm op. Dit is een kritieke factor aan het worden voor onderwijskwaliteit.” De uitgave vermeldt wel dat de werkdruk op scholen die te maken hebben met lerarentekorten te hoog oploopt en dat schoolleiders en leraren steeds minder plezier hebben in hun werk. Schoolleiders en bestuurders geven ook aan dat het oplossen van het tekort op de korte termijn een dermate groot beroep doet op hun tijd en personeel, dat zij moeilijk toekomen aan het ontwikkelen van een aanpak voor de langere termijn. Het tekort is zo niet alleen van invloed op de huidige, maar ook op de toekomstige onderwijskwaliteit. Van Haren: “De Staat meldt terecht dat aantrekkelijk werkgeverschap een belangrijke factor is als het gaat om een toekomstbestendige oplossing voor het lerarentekort. Hiervoor moet de overheid de juiste randvoorwaarden creëren. Het is de rol van de schoolleider – als gemandateerd werkgever – om deze randvoorwaarden te vertalen naar een aantrekkelijk werkgeverschap”, aldus Van Haren.
Geen tijd voor duurzame onderwijsvernieuwing
De Staat meldt dat Nederlandse scholen actief werken aan nieuwe curricula. Schoolleiders spelen een belangrijke rol bij vernieuwing. Van Haren: “Dat de Nederlandse scholen zeer vooruitstrevend zijn in innovaties, is tekenend voor ons onderwijs. Het is ook zeer belangrijk in het belang van het anticiperen op toekomstverwachtingen. Schoolleiders willen dat ons onderwijs de leerlingen voorbereidt op hun toekomst. Tegelijkertijd signaleert het rapport dat veel innovaties weinig doordacht zijn en veelal goede evaluatie ontbeert. Dat vind ik niet verrassend gezien de enorme werkdruk waardoor schoolleiders, maar ook leraren nauwelijks tijd hebben om eens ‘10 minuten uit het raam te staren’ om zaken goed te overdenken.”
Kansen in differentiatie
Het onderwijs biedt een gevarieerd aanbod, maar leidt ook tot versnippering en ‘slecht zicht op het aanbod en wat het oplevert’, meldt de inspectie. Dit lijkt voort te komen uit een gebrek aan consensus over wat het onderwijs nu echt moet bieden. Van Haren: “De AVS ziet juist kansen in differentiatie. Het biedt scholen de kans om onderwijs op maat te bieden. Schoolleiders moeten de vrijheid hebben om het onderwijs te bieden wat past bij de leerlingenpopulatie. Wel is een duidelijke visie belangrijk.” De inspectie vraagt zich af of de ijkpunten wel voldoende helder zijn en vindt het lastig vast te stellen of het onderwijs wel voldoende toekomstbestendig is. De inspectie ziet een rol voor de overheid om sturing te geven aan een proces om te komen tot een gezamenlijke visie en duidelijke keuzes. “Toekomstbestendig onderwijs is niet een statische blauwdruk, maar bestaat door continu de professionele dialoog te voeren op school”, zegt Van Haren. “Dit vraagt om professionals in het team, zoals academische leraren of leraren met specialisaties, die onderwijs goed onderbouwd kunnen (her)ontwerpen in een levend proces. Schoolleiders hebben de verantwoordelijkheid voor deze dialoog en de uitwerking zodat het onderwijs kan mee ontwikkelen met de ontwikkelingen en behoeften uit maatschappij. De ontwikkeling van curriculum.nu geeft straks alle kansen voor een toekomstgerichte aanpak, mede doordat 30% van het curriculum keuzevrijheid geeft.”
Persoonsvorming is belangrijke kerntaak
De Staat van het Onderwijs noemt vier kerntaken van het onderwijs, te weten allocatie, socialisatie, selectie en gelijke kansen en kwalificatie. Van Haren: “In deze opsomming mist ‘subjectivering’, zoals beschreven in het boek ‘Goed Onderwijs en de Cultuur van het Meten’ van Biesta (2012). Naast kwalificatie en socialisatie werkt onderwijs ook altijd in op de persoon, aldus Biesta, dat wil zeggen, op menselijke individualiteit en subjectiviteit. Hij duidt dat aan als ‘persoonsvorming’ (in relatie tot de omgeving). De AVS ziet al langer dat schoolleiders oog hebben voor ‘bildung’. Dit is belangrijk in het kader van ontwikkelen van zelfkennis en zelfvertrouwen van leerlingen. Als we uit dit rapport halen dat het onze leerlingen vaak aan zelfvertrouwen ontbreekt en dat de burgerschapscompetentie en maatschappelijke betrokkenheid laag scoren in het VO, is dit wellicht een gemiste kans. Persoonsvorming past in de rij van belangrijkste kerntaken van onderwijs.”
Wel keuze in eindtoetsen
Leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs presteren relatief hoog vergeleken met leerlingen uit andere landen. De inspectie meent dat basisscholen het afgelopen jaar geen zicht hebben op de mate waarin ze erin slagen leerlingen het basisniveau en/of streefniveau mee te geven vanwege de onvergelijkbaarheid van eindtoetsen. Van Haren:“De AVS vindt het belangrijk dat schoolleiders wel een keuze hebben in diverse eindtoetsen. In het kader van big data is het handig om toetsen met elkaar te kunnen vergelijken. Hier een oplossing voor zoeken is mogelijk maar vraagt om samenwerking van toetsaanbieders. Het is ook goed om verschillende (adaptieve) toetsen te hebben in het belang van de leerlingen. Alle toetsen zijn Cotan-gecertifieerd, daarin maakt het geen kwaliteitsverschil.”.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst