De meeste schoolteams hebben hun plannen om hun werkdruk aan te pakken met succes kunnen uitvoeren. De verlichting is voor een belangrijk deel te danken aan de inzet van onderwijsondersteuners en vakleerkrachten, zo blijkt uit onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek, in opdracht van de PO-Raad.
Om de werkdruk terug te dringen, sloten PO-Raad en vakbonden met minister Arie Slob (Onderwijs) in februari 2018 het Werkdrukakkoord. Onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur kregen de teams een rol in de aanpak van hun eigen werkdruk. Met het akkoord kwam het afgelopen schooljaar 237 miljoen euro extra beschikbaar, ofwel 155 euro per leerling.
Ruim acht op de tien schoolbesturen geeft aan dat zijn schoolteam de hiervoor gemaakte plannen heeft kunnen waarmaken. Het werkdrukgeld is daarmee ook uitgegeven en voornamelijk besteed aan extra handen in de klas: onderwijsassistenten (78%), leraren (56%) en vakleerkrachten voor bijvoorbeeld bewegingsonderwijs (49%). In vakleerkrachten is bovendien iets meer geïnvesteerd dan de besturen vorig jaar hadden verwacht. Daarnaast zetten de teams ook in op ICT (30%) om de leraren te ontlasten. De leraren houden hierdoor weer meer tijd over voor het geven van onderwijs.
Als plannen niet konden worden uitgevoerd – dat geldt voor zo’n 15 procent van de besturen - komt dat deels omdat sommige teams meer tijd wilden nemen om ‘duurzame’ plannen te maken en vooral doordat het tekort aan personeel in de weg zit, zo geven de besturen aan. De gewenste leraren en onderwijsondersteuners zijn niet altijd te vinden.
Werkdrukaanpak werkt
De besturen zijn positiever geworden over het effect van de werkdrukmiddelen, zo blijkt verder, nu zij ervaren hebben wat deze hebben gedaan. Waar vorig jaar zo’n 80 procent hier positief tegenover stond, denk nu 90 procent dat de middelen zoden aan de dijk zetten. De praktijk heeft dus uitgewezen dat de middelen meer effect hadden dan ze vooraf vermoedden.
Dit sluit aan bij bevindingen uit onderzoek dat de PO-Raad eerder dit jaar onder leraren uitvoerde. Zij gaven toen aan dat de inzet van het extra budget vanuit het Werkdrukakkoord daadwerkelijk leidt tot werkdrukverlichting. Een meerderheid van de ondervraagde leerkrachten zei toen persoonlijk een (sterk tot enigszins) lagere werkdruk te ervaren door de inzet van dit budget.
Noodpakket nodig voor po en vo
Wel geven de besturen massaal aan dat er meer nodig is om de hoge werkdruk helemaal op te lossen. Zo’n 60 procent stelt dat de plannen en bijbehorende middelen ‘beperkt effect’ hebben.
,,We zien dat het werkdrukakkoord echt werkt’’, benadrukt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. ,,Het is zonde als andere problemen die effecten teniet doen. Nu is het moment om door te pakken.’’
Gezien de personeelstekorten is het belangrijk om het werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken. Het is daarom van belang om de werkdruk verder aan te pakken en de beloning te verbeteren. PO-Raad, VO-raad en vakbonden pleitten voor de zomer dan ook voor een noodpakket. Zij riepen het kabinet op om in de begroting van 2020 423,5 miljoen euro vrij te maken voor de aanpak van de werkdruk en de personeelstekorten. Met dit geld kan het primair onderwijs een belangrijke en broodnodige verdere stap zetten naar eerlijke salarissen voor alle personeel en het verkleinen van het loonverschil met het voortgezet onderwijs. Als er meer personeel beschikbaar is, draagt ook dat weer bij aan het verminderen van werkdruk.
Over het onderzoek
Aan het onderzoek deden ruim driehonderd schoolbesturen mee. Zij vertegenwoordigen samen zo’n 570.000 leerlingen.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst