De Onderwijsraad adviseert de minister van OCW in de toekomst niet meer te werken met een vierjaarlijkse agenda voor alleen het hoger onderwijs, maar in plaats daarvan een strategische visie te ontwikkelen voor het hele onderwijs. Dat staat in een advies dat de raad vandaag uitbrengt over de nieuwe strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek Houdbaar voor de toekomst van minister Van Engelshoven.
De Onderwijsraad pleit voor een strategische visie voor de lange termijn (10 tot 15 jaar). De huidige wet gaat ervan uit dat de minister iedere vier jaar een strategische agenda voor het hoger onderwijs uitbrengt. Deze systematiek is volgens de raad geen goede weg om tot een goede strategie te komen. De raad adviseert dan ook om deze verplichting uit de wet te halen.
Brede blik van belang voor aansluiting en doorstroom
De raad adviseert om het hoger onderwijs daarbij niet in isolement te bekijken, maar om een strategie voor het hele onderwijs te ontwikkelen. De verschillende onderwijssectoren kunnen dan in samenhang bezien worden. Dat is van groot belang voor de aansluiting en doorstroom binnen het onderwijs. De strategische agenda mist nu een goede doordenking van de gevolgen van ontwikkelingen in het basis- en voortgezet onderwijs en in het mbo voor het hoger onderwijs, en omgekeerd.
Zo heeft de inzet van decentrale selectiemethoden (bijvoorbeeld eisen aan eindexamencijfers, een toelatingstoets of intakegesprek) bij toelating tot opleidingen in het hoger onderwijs effect op de motivatie van en de prestatiedruk voor leerlingen in het voortgezet onderwijs en studenten in het mbo. Andersom krijgt het hoger onderwijs bijvoorbeeld te maken met grotere verschillen tussen studenten doordat het voortgezet onderwijs met steeds meer nieuwe onderwijsconcepten en didactische aanpakken werkt. Belangrijke trends zoals digitalisering, internationalisering en een nadruk op brede vorming spelen in alle onderwijssectoren.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst