De Onderwijsraad roept op om juist in coronatijd gericht te investeren in onderwijs. Dat is cruciaal om uit de crisis te komen. De Onderwijsraad komt daarom in een advies met een beleids- en investeringsagenda voor de komende jaren. Het gaat om vraagstukken in het onderwijs die al speelden en die door de crisis extra aandacht nodig hebben. Zoals leraren- en schoolleiderstekorten, kansenongelijkheid en mogelijkheden voor een leven lang ontwikkelen. Aanleiding voor het advies is een verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de raad om mee te denken over de gevolgen van de coronacrisis op het onderwijs op de langere termijn.
Voorzitter Edith Hooge: “Juist nu moeten we goed oog houden voor jonge generaties. Zodat er voor hen perspectief blijft bestaan op goed onderwijs, werk en meedoen in de samenleving. Gericht investeren in onderwijs en scholing is noodzakelijk om uit de crisis te komen, het heeft individueel, economisch en maatschappelijk voordeel en is nodig om de kwaliteit en toegankelijkheid van ons onderwijs op peil te houden.”
Beleids- en investeringsagenda
Het is waarschijnlijk dat de coronacrisis nog lange tijd gevolgen heeft voor het onderwijs. Er zal voorlopig ook schaarste zijn, bijvoorbeeld in onderwijsgebouwen en het openbaar vervoer. Het gevolg is een onzekere en onvoorspelbare periode voor iedereen in het onderwijs. Dat vraagt om een andere manier van beleid voeren door de ministers. Om de gevolgen van de coronacrisis te ondervangen komt de Onderwijsraad met een beleids- en investeringsagenda die de komende jaren leidend zou moeten zijn bij het onderwijsbeleid. De raad benoemt daarin vijf vraagstukken die al speelden en waarbij de kans groot is dat de crisis ze op scherp zet. De raad adviseert te investeren in:
- leraren en schoolleiders;
- gelijke kansen;
- leesvaardigheid;
- toeleiding naar de arbeidsmarkt en ‘een leven lang ontwikkelen’;
- en de raad adviseert om de functies van toetsen en examens op overgangsmomenten te waarborgen.
Onvoorspelbare tijd vraagt om onderzoek
Een onvoorspelbare en onzekere tijd vraagt een open en lerende manier van beleid voeren. Daarbij is het essentieel dat de overheid weet wat er in het onderwijsveld gebeurt en welke aanpakken en interventies succesvol zijn. Daarom is het van belang dat de onderwijsministers onderzoek laten doen en kennis verspreiden. De raad beveelt opnieuw aan om, in samenspraak met het onderwijsveld en organisaties, onderzoek te initiëren. De resultaten moeten worden gebundeld en breed worden verspreid. Dat kan met een informatieknooppunt dat eenvoudig toegankelijk is voor iedereen die onderwijs verzorgt.
Over het advies
Het advies van de Onderwijsraad gaat over de gevolgen voor het onderwijs in alle onderwijssectoren (inclusief de voor- en vroegschoolse educatie en een leven lang ontwikkelen). Het advies kijkt vooruit en is gericht aan de ministers: het helpt hen bij de manier waarop zij de komende jaren het onderwijsbeleid vormgeven. Het advies is tot stand gekomen met de inbreng van professionals uit het onderwijsveld, koepel- en belangenorganisaties en de JongerenOnderwijsraad.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst