Met de stijgende coronacijfers van de afgelopen tijd, lijkt de kans ook steeds groter te worden dat leerlingen en studenten weer thuis komen te zitten en de lessen weer online moeten gaan volgen. Lang niet iedereen zit daarop te wachten nu de scholen net weer een beetje op gang komen. Gelukkig zijn zowel docenten als leerlingen/studenten een stuk bedrevener geworden in het geven- en volgen van online onderwijs, maar het geven of volgen van online onderwijs is nog steeds niet voor iedereen weggelegd. Over het algemeen kleven er aan zowel het geven als volgen van online onderwijs verschillende voor- en nadelen. Hier gaan we verder op in, in dit artikel.
Voordelen van online onderwijs
Een groot voordeel van online onderwijs is dat er niet gereisd hoeft te worden. Leerlingen en studenten loggen in plaats daarvan in op bv. een Teams account en kunnen direct aan de slag.
Daarnaast kan de focus op online onderwijs er voor zorgen dat leerlingen en studenten efficiënter te werk gaan. Deze efficiëntere werkhouding kan ingevuld worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van een samenvatting of ander (aanvullend) materiaal zoals filmpjes en tutorials.
Nadelen van online onderwijs
Éen van de grootste nadelen van online onderwijs zijn de sociale contacten die leerlingen en studenten moeten missen. Uit een recent onderzoek bleek dat maar liefst de helft van de Nederlandse studenten tijdens de coronacrisis psychische klachten heeft gehad. Daarnaast heeft een kwart van de studenten aangegeven tijdens de corona-lockdowns ‘levensmoe’ te zijn geweest. Dat zijn met gemak ernstige cijfers te noemen. De kans bestaat dat deze cijfers bij een nieuwe lockdown nog hoger komen te liggen. Verschillende onderwijsbonden pleiten er daarom al voor de mbo’s en hogescholen toch open te houden, ook wanneer de cijfers verder oplopen.
Een tweede groot nadeel van online onderwijs is het feit dat hoewel er veel leuke mogelijkheden zijn om een online les mee in te richten (denk aan Youtube filmpjes, online tools zoals Kahoot en verschillende blended learning mogelijkheden), er veel docenten zijn die óf niets hebben met computers, of er niet heel veel van snappen. Niet alle docenten zijn immers IT-specialist, hoewel dat tegenwoordig wel bijna nodig is.
Uit eerdere onderzoeken bleek al dat vooral kwetsbare leerlingen tijdens de lockdowns een grote achterstand opliepen. Deze kinderen beschikten thuis namelijk lang niet altijd over de benodigde apparatuur en/of een ouder die de stof kon uitleggen. Gelukkig zijn, mede daarvoor, nu wel extra gelden beschikbaar onder de naam NP onderwijs (Nationaal Programma Onderwijs). Of dit nog gaat helpen wanneer er weer een lockdown aankomt is nog maar de vraag. Veel scholen weten namelijk nu al niet wat te doen met dit extra geld.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst