Achterstanden. Misschien wel het meest gebruikte woord van dit moment als het gaat over het onderwijs. Of het nu draait om de gevolgen van de coronacrisis op de ontwikkeling van kinderen, of over het keuzemenu waarmee scholen leerlingen straks moeten gaan ‘bijspijkeren’. In zijn nieuwe publicatie Werk voor de reünie legt Marcel van Herpen uit waarom juist nu een duurzame oplossing nodig is. “Maak ruimte voor de leraar, zodat die de natuurlijke ontwikkeling van het kind elke dag het allerbelangrijkste kan maken.”
Begin tegen Van Herpen niet over achterstanden … “Ten opzichte van wie of wat? Willen wij kinderen en jongeren echt het gevoel geven dat ze achterlopen? Er is toch geen ouder die zegt: ik heb een ondergemiddeld kind?” Dit illustreert precies waarom Van Herpen aan de bel trekt in zijn nieuwe publicatie. Het moet wat hem betreft fundamenteel anders in het onderwijs.
Urgent: Deltaplan Onderwijs
“Willen we kinderen en jongeren die getraind worden om toetsen zo goed mogelijk te maken, die stress ervaren en met tegenzin naar school komen? Of willen we dat kinderen en jongeren onderzoeken wie zij zijn en wat in hun vermogen ligt? Willen wij ze motiveren om gelukkig en veerkrachtig te zijn, hun talenten in te zetten voor een duurzamere samenleving?”, vraagt Van Herpen zich af in zijn nieuwe boek.
Kiezen we voor dat laatste, dan vraagt dat om geëmancipeerde leraren, die elke dag de natuurlijke ontwikkeling van hun leerlingen het allerbelangrijkste maken, betoogt Van Herpen, in gesprek met redacteur Anne-Marie Veldkamp. “Op school zou je vooral moeten leren dat je altijd zélf kunt opstaan en dat je dat ook samen met anderen kunt doen.” Om daar ruimte voor te hebben, is wat Van Herpen betreft een Deltaplan Onderwijs nodig. En dat is toch iets wezenlijk anders dan zomerscholen of inhaalprogramma’s om achterstanden weg te werken.
Een ramp in slow motion
In het onderwijs voltrekt zich – in slow motion – al veel langer een ramp, zegt Van Herpen. “Veel leraren worden overspoeld door situaties die veel stress veroorzaken. De demotivatie en uitval van leerlingen in het onderwijs zijn een gigantische bedreiging voor de jeugd en onze toekomst. En dat wordt veroorzaakt door een systeem waarin we zijn vastgedraaid. Het rooster, het curriculum, de methoden, de toetsen: al die keuzes die gaan over ruimte, tijd en geld zijn leidend. Niet de mensen en de natuurlijke ontwikkeling van leerlingen. Er is een kering nodig die precies dít verandert. ”Geen misverstand: extra geld en middelen die nu naar scholen komen, zijn zeker nodig om randvoorwaarden die het onderwijs ondersteunen, goed te regelen. Ook om de leefsituatie van kinderen en jongeren te verbeteren. Maar gebruik dat geld alsjeblieft níet om achterstanden weg te werken”, onderstreept Van Herpen. “Dan zijn het niet meer dan zandzakken waarmee je gaten dicht.”
Hoe dan wel? “Een collectief antwoord op de grote zorgen in het onderwijs begint in het hart van het onderwijs, daar waar de leraar met zijn leerlingen werkt. De leraar moet kunnen doen wat nodig is, zonder zich op voorhand te moeten laten leiden door het huidige managementsysteem, anders blijven we doormodderen. De leraar heeft ruimte nodig en moet zijn werk zonder overheidsbemoeienis kunnen doen”, is de oproep van Van Herpen. “Laat de delta een kering zijn van de overheidsbemoeienis met wat er in het onderwijs gebeurt.”
Levenslessen leren
In zijn publicatie duidt Van Herpen de oorzaken van de grote zorgen in het onderwijs en geeft de leraar en schoolleider pedagogische handvatten. Het positieve nieuws: het kan nú anders, als leraren zich afvragen wat leerlingen ‘later’ op de reünie tegen ze zullen zeggen. Hoogstwaarschijnlijk gaan de verhalen over goede leraren eerder over ‘levenslessen’ die leerlingen leerden, dan over perfecte lessen spelling of wiskunde. Van Herpen: “Wij moeten kinderen en jongeren vooral leren om juiste keuzes te maken, om te doen wat goed is voor jezelf, de ander en de wereld. Kinderen en jongeren zíjn straks die samenleving.”
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst