De invloed van 1,5 jaar coronacrisis op het onderwijs voor laaggeletterden is enorm. Veel cursussen op locatie stopten of gingen online verder. Daardoor haakten heel veel cursisten af. Vooral mensen met een laag taalniveau hebben moeite met het volgen van online lessen. Daarnaast waren de randvoorwaarden om online onderwijs goed te kunnen volgen niet altijd op orde. Zo hadden veel cursisten geen laptop thuis. Of hadden ze onvoldoende digitale vaardigheden. Ook meldden aanzienlijk minder nieuwe mensen zich aan voor een cursus. Dat alles blijkt uit een rapport van Stichting Lezen en Schrijven aan de vooravond van de Week van Lezen en Schrijven (6 tot en met 12 september). De stichting noemt de situatie zorgwekkend. Nu de samenleving weer wat meer open gaat, is het hoog tijd dat er weer aandacht geschonken wordt aan het aanpakken van laaggeletterdheid. De samenleving wordt namelijk sterker als iedereen mee kan doen. Daar zijn voldoende basisvaardigheden voor nodig.
Adviezen
In Nederland hebben 2,5 miljoen volwassenen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Ook missen zij vaak digitale vaardigheden. Volgens de stichting is het zaak nu weer de schouders eronder te zetten. Om te zorgen dat weer meer laaggeletterden bereikt worden en zij aan de slag gaan met basisvaardigheden. Je hebt immers basisvaardigheden nodig om mee te kunnen komen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. De stichting geeft de volgende adviezen:
• Zorg voor meer aandacht voor digitale vaardigheden: door de coronacrisis gaan nog meer zaken digitaal. Denk aan: videobellen met familie, online vergaderen, online onderwijs of bijvoorbeeld de QR-code om je vaccinatiebewijs tonen. Vaak missen laaggeletterden digitale vaardigheden om goed om te gaan met computer of smartphone. Een cursus digitale vaardigheden kan een goede opstap zijn om weer te gaan leren.
• Veel laaggeletterden beschikken over een smartphone. Dat is geen ideaal apparaat om online lessen mee te volgen. Het is nodig dat alle cursisten toegang krijgen tot laptops of computers.
• Zorg voor meer cursisten: sinds de crisis meldden veel minder mensen zich aan voor een cursus basisvaardigheden. We weten niet precies om hoeveel mensen het gaat. Er is (nog) geen landelijke monitoring op het aantal cursisten. Maar de uitkomsten uit dit rapport geven een zorgwekkend beeld. Het is zaak om de achterstanden in aantallen cursisten in te lopen, met extra aandacht voor het vinden en bereiken van laaggeletterde mensen met Nederlands als moedertaal, ook online. Dat geldt ook voor het vinden en bereiken van nieuwe cursisten.
• Investeer structureel in aanpak laaggeletterdheid: opnieuw komt naar voren dat er te weinig budget is voor werving, doorverwijzen, digitale middelen en cursusaanbod. Cursusaanbieders wijzen op het gebrek aan structurele financiering. Het weglekken van tijd en energie op het steeds weer aanvragen van incidentele projecten en projectfinanciering is hen een doorn in het oog. Belangrijk is dat aanbestedingen eenvoudiger en voor een langere termijn vastgesteld worden. Daarvoor is tenminste een verdubbeling van het budget voor scholing en aanpak van laaggeletterdheid nodig.
Geke van Velzen, directeur-bestuurder Stichting Lezen en Schrijven:
“De impact van de coronacrisis op de volwasseneducatie is groot. In de vele gesprekken die ik en mijn collega’s hadden met organisaties kwam sterk het beeld naar voren dat er veel minder mensen aan de slag zijn gegaan met het verbeteren van basisvaardigheden. Dit is zorgwekkend omdat het aantal laaggeletterden in Nederland nog steeds stijgt. Daarom moeten gemeenten en organisaties in het werkveld samen hun schouders zetten onder de aanpak van laaggeletterdheid. Zo werken we samen de corona-achterstanden weg en zorgen we ervoor dat we laaggeletterdheid verminderen en voorkomen.”
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst