Minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft onlangs besloten de verplichte stagevergoeding niet in te voeren. Hij vreest dat een verplichte vergoeding leidt tot minder stageplekken, vooral bij kleine bedrijven en zelfstandigen. Dit besluit heeft geleid tot uiteenlopende reacties. Docenten zien het als een gemiste kans, maar (kleine) bedrijven staan positief tegenover het besluit.
Standpunt van minister Bruins
Bruins vreest dat een verplichte vergoeding kleine bedrijven en zelfstandigen kan afschrikken om stageplaatsen aan te bieden. Hij zet in op een vrijwillige aanpak, waarbij werkgevers worden gestimuleerd om stagiairs een passende vergoeding te geven. “We willen niet dat het aantal stageplekken afneemt” aldus de minister.
Reacties van studenten en organisaties
Studenten en belangenorganisaties zoals het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) uiten kritiek. Zij stellen dat stages vaak gelijkstaan aan volwaardig werk, terwijl de vergoeding regelmatig tekortschiet. “Dit veroorzaakt financiële stress en ongelijkheid” zegt Laura de Vries van het ISO.
Discussie in het onderwijs
Docenten kunnen dit onderwerp gebruiken om met studenten in gesprek te gaan over thema’s als de arbeidsmarkt en financiële planning. Vragen zoals “Wat vind je van de beslissing van minister Bruins?” en “Hoe beïnvloedt dit jouw kansen op een stageplek?” kunnen het gesprek op gang brengen.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst