Er is weer van alles te doen rond het vak informatica en rondom mediawijsheid. Op 26 maart is er een bijeenkomst in het kader van het rapport van De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen over digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs. In dat rapport bepleiten zij de invoering van een nieuw verplicht vak ‘Informatie & communicatie’ in de onderbouw van het HAVO en VWO en een herziening van van het keuzevak Informatica.
Zowel vanuit de kant van het vak 'Informatica' als vanuit de hoek van mediawijsheid is gereageerd op het rapport. Ook mensen uit het hoger onderwijs en de ICT-wereld hebben hun mening gegeven. Allen zijn het erover eens dat het goed zou zijn als er in het onderwijs meer aandacht komt voor informatica en voor goed/wijs gebruik van de mogelijkheden van internet. Wel worden er een paar kanttekeningen gemaakt bij het rapport van de KNAW:
waarom een apart vak? Is het niet beter om 'informatie en communicatie'/'digitale geletterdheid'/mediawijsheid te integreren in de bestaande vakken?
waarom alleen aandacht voor de verschillende aspecten van ICT in de onderbouw van HAVO en VWO en niet in VMBO?
De commissie die het rapport heeft geschreven had de opdracht om het informaticaonderwijs zoals dat nu in het VO wordt aangeboden door te lichten. Dat verklaart waarom in het rapport niets wordt gezegd over informatica in het basisonderwijs. Maar toch vind ik het een gemiste kans dat daarvan in het rapport nergens melding wordt gemaakt. Ik denk namelijk dat daar juist de beste kansen liggen. Niet alleen vanuit de gedachte 'jong geleerd is oud gedaan' en 'een wiskundeknobbel moet je kweken', maar ook omdat het van belang is om al op de basisschool kinderen aan de slag te laten gaan met ict. En dan niet alleen met het wijs gebruik daarvan, maar ook met de techniek erachter, zodat ze in het voortgezet onderwijs een onderbouwde keuze kunnen maken voor een profiel of richting.
Het leren van een programmeertaal kan een goede start zijn om te leren over de meer 'technische' kanten van ICT. Er zijn genoeg programma's die zich lenen voor gebruik in het basisonderwijs, zoals Scratch, en GameMaker. Bij beide programma's zijn Nederlandstalige handleidingen te vinden: door (o.a.) Scratchweb en de TUDelft voor het programma Scratch en door (o.a.) Gamescool en Pauline Maas voor het programma GameMaker (voor resp. leerkrachten en leerlingen in het basisonderwijs). Voor scholen die met iOS-tablets werken vind ik de app Cargo-Bot waarin je spelenderwijs leert programmeren een aanrader.
In het buitenland gaan steeds meer stemmen op om informatica - in de vorm van programmeerlessen - al aan te bieden in het basisonderwijs.Zullen wij er hier in Nederland alvast mee beginnen?
Koos de Boer
3-3-2014Goede middag
Ik ben dan wel geen onderwijzer maar een goedwillende vrijwilliger, die probeert kinderen wat bij te brengen mbt programmeren in Scratch. Door mijn technische achtergrond kan ik de kinderen ook heel veel vertellen over de hardware en de werking daarvan. Hier onder een fragment van een verhaal van mij over nut en noodzaak van leren programmeren. Indien er interesse is zal ik het concept ondernemingsplan toesturen.
Toen ik 2 jaar geleden stopte met werk gebeurde wat ik niet verwachtte, ik viel in een diep pensioengat en dat in een andere context dan tegenwoordig gebruikelijk. Ik kon het niet verkroppen dat mijn kennis en ervaring ‘s morgens nutteloos en ongebruikt op bed lag. Ik kwam in die tijd toevallig een programmeertaal voor kinderen tegen. Mijn 2 kleinkinderen (8 en 10jr) vonden het prachtig en ik besloot om mezelf als vrijwilliger aan te bieden bij de basisschool bij mij op de hoek (’t Zwanenest Schagerbrug). Door mijn technische achtergrond , opleiding en ervaring heb ik een grote binding met programmeren.
Op deze school geef ik nu 1 ½ jaar wekelijks les in programmeren aan een groepje leerlingen en dit tot grote tevredenheid van zowel mezelf ,de kinderen en de schoolleiding. Een jaar later heb ik het uitgebreid met de school van mijn kleinkinderen (Aloysiusschool Schagen). Ook hier tot volle tevredenheid van beide kanten.
Wat mij tijdens dit werk vooral opviel was het enthousiasme van het onderwijzend personeel over nut en noodzaak van programmeren en het gebrek aan kennis en tijd om dit zelf als les te kunnen geven.
In de huidige maatschappij is het gebruik van computerprogramma’s op alle denkbare gebieden niet meer weg te denken. In alles waar we in het dagelijks leven mee te maken hebben wordt software gebruikt. We zijn allen gebruikers en er zijn maar heel weinig “makers”
Op school leren we allemaal lezen, moeten we ook leren schrijven ? Ja natuurlijk, kunnen lezen en schrijven zijn belangrijke voorwaarden voor onze manier van leven. Dit geldt ook voor computergebruik en programmeren. We gebruiken allemaal computerprogramma’s en moeten dan ook in ieder geval in aanraking komen met programmeren en liefst zo jong mogelijk.
Bij mij is nu het idee ontstaan om een stichting in het leven te roepen die een platform gaat bieden voor hoogopgeleide vrijwilligers die programmeerles op basisscholen gaan verzorgen. Hierbij denk ik aan bijvoorbeeld gepensioneerde ingenieurs , hoogopgeleide technici en hoogopgeleide werkloze jongeren. Die worden dan –na screening- gekoppeld aan een basisschool bij de betreffende vrijwilliger in de buurt. Het mes snijdt dan aan 2 kanten, de kinderen worden onderwezen in programmeren en kunnen hun eigen toepassingen op de computer bedenken en bouwen, de vrijwilligers blijven hun kennis, ervaring en kunde gebruiken en houden binding met de maatschappij en blijven “nuttig”
Nog een belangrijk voordeel voor de scholen is ,buiten het feit dat de kinderen kennis krijgen van programmeren ,dat het de scholen geen geld en het onderwijzend personeel geen tijd zal kosten.
Stichting idee
Het idee is om een stichting op te richten die lessen in programmeren op scholen gaat verzorgen. Scholen zullen benaderd worden ,waarbij een presentatie over nut en noodzaak voor het onderwijzend personeel gegeven wordt. Er is gebleken dat de kennis omtrent techniek in het algemeen en programmeren in het bijzonder op basisscholen en PABO’s heel gering i