14 maart 2013. De PO-Raad heeft op de rondetafelbijeenkomst ‘kleine scholen in het basisonderwijs’ op 14 maart in de Tweede Kamer de geluiden uit het veld gepresenteerd, zoals die naar voren kwamen op de regiobijeenkomsten over de krimpproblematiek.
De afgelopen weken heeft de PO-Raad samen met de besturenorganisaties op regionale bijeenkomsten de meningen van de leden gepeild. De schoolbestuurders willen een benadering die ruimte laat voor specifieke afwegingen in de regio, die recht doet aan lokale omstandigheden en wensen van ouders. Simone Walvisch, vicevoorzitter van de PO-Raad, gaf aan dat bestaande wet- en regelgeving een dergelijke benadering vaak in de weg staat.
Druk bezocht
De rondetafelbijeenkomst in de Tweede Kamer vond plaats op initiatief van de ChristenUnie. Voor deze bijeenkomst waren tevens de besturenorganisaties, onderwijsvakbonden en diverse schoolbestuurders en –directeuren uitgenodigd. Zij kregen de gelegenheid om hun reactie te geven op het advies van de Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen. Alle onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer waren aanwezig en maakten van de gelegenheid gebruik om de sprekers te bevragen.
Kwaliteit, pluriformiteit, bereikbaarheid/kind-nabijheid en betaalbaarheid
Als aftrap voor de bijeenkomst lichtte de voorzitter van de Onderwijsraad, Geert ten Dam, het rapport Grenzen aan kleine scholen toe. Vervolgens gaf Simone Walvisch namens de PO-Raad een beknopte samenvatting van de uitkomsten van de regiobijeenkomsten die de PO-Raad samen met de besturenorganisaties de afgelopen twee weken voor haar leden organiseerde. Een van de uitkomsten van de bijeenkomsten is dat oplossingen in ieder geval moeten voldoen aan de vier criteria: kwaliteit, pluriformiteit, bereikbaarheid/kind-nabijheid en betaalbaarheid. De schoolbesturen willen een benadering die ruimte laat voor een regiospecifieke aanpak. Ze zijn bereid om met elkaar de handschoen op te pakken. Het advies van de Onderwijsraad om de opheffingsnorm van scholen te verhogen tot honderd leerlingen, vindt bij de achterban geen weerklank.
Regionale aanpak
Dit bleek ook uit het tweede en derde blok van de rondetafelbijeenkomst, waar besturenorganisaties, onderwijsvakbonden, Ouders&Co en schoolbestuurders zich tegen de voorgestelde opheffingsnorm van 100 verzetten. De schoolbestuurders en besturenorganisaties lieten hun eigen geluid horen, maar pleitten zonder uitzondering voor regionale oplossingen op maat om recht te doen aan de vraag van ouders en leerlingen. Er is een duidelijke roep om bestuurlijke vrijheid en er wordt een beroep gedaan op de politici om knellende regelgeving rond bijvoorbeeld samenwerkingsscholen, fusietoets en de positie van openbaar onderwijs aan te passen. Ook hier bleek weer dat veel scholen en schoolbestuurders krimp al enige tijd op de agenda hebben staan en al druk bezig zijn om de problematiek het hoofd te bieden door o.a. uitruiling van scholen en samenwerkingsscholen, maar vaak gefrustreerd worden door wet-en-regelgeving. De PO-Raad dringt bij de politiek al enige tijd aan op maatregelen om deze beperkingen aan te pakken.
Op de politieke agenda
De aanwezige politici stelden met name vragen over de oplossingsrichtingen en wat de politiek daaraan kan bijdragen. Het antwoord is duidelijk: meer beleidsruimte en aanpassing van beperkende regelgeving die samenwerking frustreert. Verschillende politici lieten zich positief uit over regionale maatwerkoplossingen. De PO-Raad gaat samen met schoolbestuurders in gesprek met staatssecretaris Sander Dekker om de oplossingsrichtingen die uit de regionale bijeenkomsten naar voren zijn gekomen, te bespreken.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst