De Inspectie van het Onderwijs heeft ook in 2013 en 2014 gekeken naar de kwaliteit van de Vroeg-en voorschoolse educatie (VVE) in de G37. Uit de tussenrapportage die dat opleverde blijkt dat de kwaliteit van VVE licht verbetert. De PO-Raad is van mening dat een goede kwaliteit van voor- en vroegschoolse voorzieningen nodig zijn om leerlingen een goede start te kunnen bieden. De PO-Raad pleit in dat belang voor een brede basisvoorziening en vindt VVE daarin een belangrijk onderdeel van.

In 2012 hebben de G37 gemeenten bestuursafspraken gemaakt met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een onderdeel van deze afspraken was dat de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van de VVE monitort. Er is gekeken naar de kwaliteit van VVE op gemeentelijk niveau en naar de kwaliteit op de voor- en vroegscholen. Deze rapportage laat zien dat de kwaliteit van VVE, ten opzichte van de vorige monitor, is verbeterd. Zowel op gemeentelijk niveau als op locatieniveau. Gemeenten hebben afspraken gemaakt over de doelgroep definitie en over de doorgaande lijn. VVE-locaties boeken voortgang in de kwaliteitszorg en het ouderbeleid. Wel krijgen meer vroegscholen dan voorscholen een beoordeling ‘voldoende’ of zijn een ‘voorbeeld voor anderen’ op het aspect ‘ontwikkeling, begeleiding en zorg’.

Verbeterpunten

Toch zijn de verbeteringen bescheiden en zijn er nog steeds verbeterpunten voor gemeenten. De verbeterpunten betreffen ouders, kwaliteitszorg, resultaten en systematische evaluatie en verbetering. Tijdens de vorige monitor (in 2012) had 86% van de gemeenten bijvoorbeeld geen afspraken met schoolbesturen over de resultaten, nu heeft 30% nog geen afspraken gemaakt. De afspraken zijn er op gericht om achterstanden bij kinderen in te lopen zodat zij zonder of met beperkte achterstand aan groep 3 kunnen beginnen.

Op de locaties zijn de verbeterpunten nog dezelfde als tijdens de vorige monitor, wel is er een voorzichtige vooruitgang te zien. Deze gaan over ouderbeleid, planmatigheid van begeleiding en zorg, kwaliteitszorg en de inhoudelijke afstemming van de doorgaande lijn. Voor de VVE-kinderdagverblijven is de doorgaande lijn minder makkelijk te realiseren dan voor VVE-peuterspeelzalen.

De Inspectie merkt op dat naast gemeenten en de locaties, ook schoolbestuurders en houders van peuterspeelzalen en VVE-kinderdagverblijven een belangrijke rol spelen in het realiseren van de gewenste kwaliteitsverbeteringen. In dat kader heeft de PO-Raad een aantal verhalen uit de praktijk laten schrijven over de rol van schoolbesturen in de serie ‘het jonge kind’.

VorigeUitkomst onderzoek gepeste leraren fout vertaald
VolgendeRespondenten gezocht voor onderzoek onderwijshuisvesting
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter