De ministerraad heeft 27 november ingestemd met de voordracht voor de samenstelling van de Onderwijsraad voor de periode 2015-2018. De raad zal tien leden tellen, waarvan het merendeel nieuwbenoemd is. De Onderwijsraad is het hoogste adviesorgaan van regering en parlement op het terrein van onderwijs, en staat vanaf 1 januari 2015 onder voorzitterschap van prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink. De nieuwe raad wordt benoemd voor een periode van vier jaar.

Voorzitter
Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink, voorzitter (nieuw)
Maassen van den Brink treedt op 1 januari 2015 aan als voorzitter van de Onderwijsraad. Daarnaast is zij als hoogleraar onderwijs- en arbeidseconomie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en als hoogleraar Evidence Based Education aan de Universiteit van Maastricht. Sinds 2008 is zij wetenschappelijk coördinator van het TIER (Top Institute of Evidence Based Education Research). Haar deskundigheid en onderzoek liggen op het terrein van onderwijs, arbeidsmarkt en economische ontwikkeling. Maassen van den Brink was eerder al als Kroonlid verbonden aan de Onderwijsraad (2001-2008).

Raadsleden
Mevrouw drs. K.F.B. Baele (nieuw, oud geassocieerd lid)
 Lid Raad van Toezicht Hogeschool Van Hall Larenstein (Hogeschool VHL verzorgt onderwijs binnen de domeinen Land & water, natuur - Food & dairy - Dieren & dierenwelzijn) en voorzitter van de Commissie Kwaliteit Onderwijs en Onderzoek. Was tot voor kort vicevoorzitter van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zij is lid van de Raad van Advies van Nuffic en voorzitter van Gelderland Valoriseert. Eerder was zij faculteitsdirecteur Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek van de TU Delft en programmamedewerker van de International Labour Organisation. Zij studeerde politieke en sociale wetenschappen en organisatiesociologie aan de Universiteiten van Gent en Antwerpen.
 Specifieke inbreng: hoger beroepsonderwijs en groen onderwijs.

De heer prof. dr. mr. S. ten Have (nieuw)
 Ondernemer, partner en organisatieadviseur bij Ten Have Change Management, hoogleraar Strategie en verandering aan de Vrije Universiteit en als lector verbonden aan Nyenrode. Daarnaast is hij o.a. bestuurslid van Instituut Nederlandse Kwaliteit en lid van de Raad van Commissarissen van ABN Amro. Hiervoor was hij vicevoorzitter van de Berenschot Groep B.V.
 Specifieke inbreng: relatie onderwijs-bedrijfsleven en implementatie van innovaties in het onderwijs.

De heer prof. dr. mr. P.W.A. Huisman (nieuw)
 Is verbonden aan de Erasmus School of Law als bijzonder hoogleraar onderwijsrecht vanwege de Stichting bijzondere leerstoel onderwijsrecht op pluriforme grondslag. Tevens is hij lector aan de Haagse Hogeschool, Academie voor Bestuur, recht en veiligheid. Daarnaast is hij voorzitter van de Geschillencommissie passend onderwijs Utrecht, vicevoorzitter beroepscommissie visitatieprojecten VLUHR Vlaanderen en vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht.
 Specifieke inbreng: onderwijsrecht, art. 23 GW.

De heer R. Kneyber (nieuw)
 Als leraar wiskunde verbonden aan het Oosterlicht College in Nieuwegein. Hij doceert wiskunde en ICT aan vmbo-leerlingen. Hij is bestuurslid van de Stichting Beroepseer en mede-initiator van het project LeerKracht. Daarnaast verzorgt hij trainingen en publiceert hij over thema’s als orde houden, gezag, klassenmanagement, evaluatie en onderwijsbeleid.
 Specifieke inbreng: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, lerarenbeleid.

De heer drs. M.A.G.J. Leenaars (nieuw)
 Directeur Internet Society Nederland en directeur Strategie van de Stichting NLnet. Eerder werkte hij bij NWO en was hij projectmanager van het e-Infrastructure Reflection Group Support Programme (e-IRGSP) van de Europese Unie. Hij studeerde technische natuurkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven en theorie en geschiedenis van de literatuur/communicatie in woord en beeld aan de Universiteit van Tilburg.
 Specifieke inbreng: informatietechnologie en e-learning.

De heer S. Mbarki (nieuw)
 Lid van de gemeenteraad van Amsterdam, woordvoerder Jeugd en Veiligheid voor de PvdA. Lid van het Management Team van het Calvijn met Junior College (vmbo-mbo) in Amsterdam. Freelance trainer/adviseur bij de Behrgroep Nederland. Eerder was hij pedagogisch medewerker van een justitiële jeugdinrichting en leraar economie in het beroepsonderwijs.
 Specifieke inbreng: lokaal onderwijsbeleid en jeugdbeleid.

Mevrouw dr. S.P. Schenning (nieuw)
 Bovenschools directeur van De Haagse Scholen, een stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs in Den Haag. Zij is eindverantwoordelijk voor 27 scholen. Daarnaast is zij lid van de Beroepenveldcommissie Pabo van de Haagse Hogeschool en maakt zij deel uit van de Programmaraad voor Fundamenteel onderzoek (PROO) van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Eerder gaf zij leiding aan de afdeling onderwijsbeleid van de gemeente Den Haag en was zij NT2-docent bij het Albeda College in Rotterdam.
 Specifieke inbreng: primair onderwijs en speciaal onderwijs.

De heer drs. R. Schuur (herbenoeming)
 Voorzitter College van Bestuur van het ROC Noorderpoort, Groningen. Was hiervoor docent geschiedenis en maatschappijleer aan de Openbare Scholengemeenschap Woldendorp en algemeen directeur van De Kranepoort/de Stadspoort. Hij was 6 jaar lid van de gemeenteraad van Tynaarlo. Is vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Rabobank Stad en Midden Groningen en voorzitter van de Raad van Toezicht van het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen. Ook is hij plaatsvervangend-voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Baasis (openbaar basisonderwijs gemeenten Haren en Tynaarlo).
 Specifieke inbreng: middelbaar beroepsonderwijs, leven lang leren.

Mevrouw prof. dr. S. Waslander (herbenoeming)
 Hoogleraar sociologie in het bijzonder de sturing van complexe onderwijsorganisaties, Academic Director Master of Management in Education Tias Business School, Eigenaar/directeur Center for social issues.
 Specifieke inbreng: onderwijssociologie.


Geassocieerde leden
Naast de leden benoemd door de kroon, worden vier geassocieerde leden benoemd. De specifieke inbreng van de geassocieerde leden ligt op het gebied van pedagogiek, lerarenopleidingen, algemeen voortgezet onderwijs, en de empirische onderwijskunde.

De heer prof. dr. G.J.J. Biesta (nieuw)
 Hoogleraar onderwijstheorie- en beleid aan de Universiteit van Luxemburg, hoogleraar onderwijs aan Brunel University Verenigd Koninkrijk en gasthoogleraar aan de NLA Hogskolen in Bergen, Noorwegen.
 Specifieke inbreng: pedagogiek en lerarenopleidingen.

De heer drs. F.H.G. Haan (nieuw)
 Leraar economie en onderzoek coördinator van het Jac P Thijsse College. Daarnaast is hij columnist onderwijsinnovatie en is hij als promovendus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij redacteur van de Volkskrant.
 Specifieke inbreng: algemeen voortgezet onderwijs.

De heer drs. R. Toes (nieuw)
 Directeur van de reformatorische scholengemeenschap Guido de Bres in Rotterdam. Daarvoor actief als docent geschiedenis en Nederlands in het voortgezet onderwijs en als docent en studieleider van de avond-lerarenopleiding geschiedenis van de Hogeschool Driestar Educatief in Gouda. Oud-lid van de gemeenteraad van Oud-Beijerland en columnist in De Waarheidsvriend. Hij werkt aan een proefschrift over de wijze waarop in het reformatorisch onderwijs wordt omgegaan met onderwijsvernieuwingen.
 Specifieke inbreng: voortgezet onderwijs.

Mevrouw prof. dr. M.P.C. van der Werf (herbenoeming)
 Hoogleraar onderwijzen en leren aan de Rijksuniversiteit Groningen, codirecteur van het GION en vice-decaan van de faculteit Gedrags- en Maatschappij Wetenschappen. Leidt het onderzoeksprogramma Research and evaluation of educational effectiveness.
 Specifieke inbreng: empirische onderwijskunde.

VorigeToetsenbord vervangt de vulpen op school
VolgendeAls de juf meedoet met tikkertje, worden kinderen actiever
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter