Het gisteren gepubliceerde regeerakkoord ademt van de eerste tot de laatste letter uit hoe belangrijk het beroepsonderwijs is voor vertrouwen in de toekomst. "Niet alleen voor het opleiden van vakmensen met de juiste skills voor de arbeidsmarkt van morgen, maar ook vanwege de maatschappelijke opdracht die de regering centraal stelt in het akkoord: goed burgerschap." Dat zegt Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad in een eerste reactie op het regeerakkoord 2017-2021. "In het mbo stropen we de mouwen op om met de diverse ministeries aan de slag te gaan. Want niet alleen OCW rekent op het mbo. Het regeerakkoord laat zien dat de opdracht aan het mbo breed is en ministerie-overstijgend."
Heerts doelt daarmee op de voornemens die de regering naast die voor het beroepsonderwijs heeft opgenomen in het akkoord over bijvoorbeeld educatie, inburgering, burgerschap. “De maatschappelijke dienstplicht bijvoorbeeld moet bijdragen aan burgerschapsvorming en daar staat het mbo natuurlijk ook voor. Het is een uitdaging hoe we daar vanuit het mbo aan gaan bijdragen: onze jongeren zitten immers niet alleen in de schoolbanken, maar lopen stage of hebben leerwerkbanen. Maar we gaan ervan uit dat de ministeries en de politiek open staan voor de kennis en ervaring van en in de mbo-scholen."
Ook leven lang ontwikkelen is zo’n onderwerp waarvan het mbo het hart is. Ton Heerts: "Ruim 40% van de beroepsbevolking heeft een mbo-diploma, de werkgelegenheid voor mbo’ers is nu goed. Het mbo kan en wil voorop lopen in een leven lang ontwikkelen. Dat draait toch om het weerbaar maken en houden van zovele mbo’ers op de arbeidsmarkt. We zien daar grote kansen voor matwerkopleidingen in de toekomst. Daar hoort ook bij het helpen van kwetsbaren, zoals jongvolwassenen met meer afstand tot de arbeidsmarkt. Onze samenwerking met bedrijfsleven en gemeentes om jongeren die nu thuis op de bank zitten weer richting een baan te helpen binnen het perspectiefpact is daar een voorbeeld van."
Positief kritisch richting regeerakkoord
De MBO Raad kiest er nadrukkelijk voor het regeerakkoord positief kritisch te benaderen. "Er zijn overigens ook best vragen te stellen bij een aantal maatregelen en experimenten die nu op het mbo af gaan komen," zegt Heerts. "Zo is alweer een andere aanpak rond rekenen voor scholen echt niet te volgen. En we zien ook dat maatregelen zich soms onderling moeilijk tot elkaar verhouden."
Een voorbeeld is het voornemen om de huidige wijze van bekostiging te veranderen. "De zogenoemde cascadebekostiging is pas recent ingevoerd." Een ander voorbeeld is de opdracht aan het mbo om diplomagericht op te leiden en het voornemen om certificaten in te voeren voor jongeren die niet verder gaan dan de entreeopleiding. "Dat staat haaks op elkaar, we kunnen onderwijsteams niet ongebreideld én én vragen." Ook een punt van aandacht is de wens om het mbo nog meer arbeidsrelevant te maken. Heerts: "Het mbo is geen uitzendbureau en arbeidsmarktgericht opleiden is geen optelsommetje. Veel factoren hebben invloed. In de afgelopen jaren lag de bouw vrijwel stil door economische omstandigheden. De zorg kampte weer met een gebrek aan stageplaatsen door politieke beslissingen. Dan wordt het moeilijk om op te leiden voor de toekomst. Kortom: de wens snappen we, maar uitvoering ervan heeft vele haken en ogen. We zien uit naar het overleg met de nieuwe bewindspersonen."
Het regeerakkoord heeft ook betrekking op het mbo als werkgever. "Voor een toekomstbestendig en wendbaar mbo benaderen we de combinatie van maatregelen op het gebied van ontslagrecht, flexibele arbeid, waaronder de verruiming van de wetgeving rond tijdelijke contracten en aanpassing van de ZZP-wetgeving voorlopig als overwegend positief. Deze maatregelen helpen de mbo-scholen om goede werkgevers te kunnen zijn."
Hoe helpt regeerakkoord knelpunten mbo oplossen?
De komende tijd gaat de MBO Raad het regeerakkoord verder analyseren. Het is belangrijk om het akkoord te leggen naast de agenda van het mbo en haar stakeholders, waaronder het bedrijfsleven en de overheidswerkgevers zelf, zoals defensie en politie. Heerts: "In hoeverre maakt dit akkoord ook mogelijk om knelpunten in het mbo op te lossen. Een aantal mbo-scholen heeft, volgend op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, te maken met bijvoorbeeld krimp. En hoe zorgen we dat het vmbo, dat voorbereidend beroepsonderwijs is, goed blijft voorbereiden op het mbo, dat beroepskwalificerend is? Die twee moet je ook goed van elkaar blijven onderscheiden. Het regeringsvoornemen om het mogelijk te maken dat jongeren op het vmbo worden opgeleid tot niveau 2 is goed voor een beperkt aantal leerlingen, maar in de praktijk zien we dat verreweg de meeste vmbo-leerlingen eraan toe zijn om na het vmbo een beroepskwalificerende opleiding op het mbo te gaan volgen. Voor een goede overgang van vmbo naar het mbo is niet een generieke verlenging van het vmbo de oplossing, maar een nog intensievere maatwerksamenwerking tussen vmbo en mbo in de regio. Dat geldt overigens ook voor de overgang van mbo’ers naar hbo’ers."
Mbo kan en wil veel betekenen
De mbo-scholen achten zich klaar om in verenigingsverband de komende vier jaar met de ministeries van OCW, Sociale Zaken en Economische Zaken samen te werken. De afgelopen jaren is hard gewerkt om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren. "Dat is gelukt, het mbo staat er goed voor. En het mbo blijkt cruciaal voor het vertrouwen in de toekomst. Niet in de laatste plaats omdat er ook veel mbo’ers nodig zijn om het akkoord verder uit te voeren. Er zijn duizenden mensen nodig in de kinderopvang, in de zorg, bij defensie en de politie, in de bouw en de techniek."
De MBO Raad is zich er tegelijkertijd van bewust dat het regeerakkoord wel heel veel maatregelen bevat die aan het mbo raken. "Dat is ook een boodschap die we zullen uitdragen. Het mbo kan en wil veel betekenen, maar is tegelijk ook geen vergaarbak waar we alles in kunnen onderbrengen en uitvoeren. Maar laten we allereerst eens beginnen met constructief mee te denken."
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst