Hoe frustrerend is het als je na hard studeren, je mbo-opleiding niet snel kunt afronden omdat je moeilijk een stageplek kunt vinden? Het komt nog te vaak voor. Bijna 24% van de mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond moet vier keer of vaker solliciteren voor een stage, tegenover 11% van hun autochtone medestudenten. In één keer een stage vinden lukt 68% van de autochtone mbo-studenten, terwijl dat bij mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond 48% is. “Een onaanvaardbare situatie”, vindt minister Van Engelshoven.
De cijfers komen uit nieuwe gegevens van het Research Centre for Education and the Labour Market (ROA) die de minister van Onderwijs vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
‘Je knakt een droom’
Minister Van Engelshoven: “Stagediscriminatie kan en wil ik niet accepteren. Ik hoor werkgevers klagen over tekorten. Tegelijkertijd is er sprake van discriminatie. Soms bewust, soms onbewust. Ik ben benieuwd of werkgevers beseffen wat ze aanrichten. Want je knakt een droom, je beschadigt bij mensen het gevoel dat er plaats voor ze is in de maatschappij, én je ondermijnt het beeld van een rechtvaardige samenleving. Kloven worden dieper en wijder. Daarom willen we stagediscriminatie samen met betrokken partners tegengaan met drie maatregelen.”
Maatregelen
Allereerst komen er honderden bedrijfsbezoeken waardoor studenten en bedrijven elkaar leren kennen. In deze pilot wordt gekeken of stagediscriminatie op deze manier tegengegaan kan worden. Ook komen er trainingen waarin professionals leren hoe je kunt selecteren zonder vooroordelen. Bovendien start er een campagne om het meldpunt Stagediscriminatie een grotere bekendheid te geven. Want hoe beter zichtbaar het onrecht, hoe beter het kan worden aangepakt.
Stages essentieel voor opleiding
Dankzij stages leren mbo-studenten hun talenten verder te ontdekken en te ontwikkelen. Tegelijkertijd vormt het een belangrijke opstap naar een eerste baan. Daarom verdient elke mbo-student een eerlijke kans op een goede en passende stageplaats. De discriminatie lijkt zich veelal te richten op meisjes met een hoofddoek en jongeren waarvan de werkgevers het vooroordeel hebben dat ze ‘risicovol’ zijn.
“Het ministerie kan dit probleem niet alleen oplossen. Daar hebben we de scholen, de MBO-raad, SBB en de duizenden stagebedrijven bij nodig”, aldus minister Van Engelshoven.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst