Het kabinet maakt structureel 481 miljoen euro vrij voor het onderwijs. Met een extra bedrag van circa 450 miljoen euro uit de algemene middelen wordt de financiële tegenvaller gedekt, die was ontstaan door hogere aantallen leerlingen en studenten dan verwacht. Voor de landelijke aanpak van het lerarentekort komt er 32 miljoen euro extra. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota, die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. “We zijn erg blij dat in deze moeilijke tijd vanwege het coronavirus, toch een flink bedrag naar het onderwijs gaat”, zeggen onderwijsministers Van Engelshoven en Slob.
Aanpak lerarentekort
Voor de landelijke aanpak van het lerarentekort trekt het kabinet dit jaar 29 miljoen euro extra uit en structureel 32 miljoen euro, bovenop de eerdere investeringen. Hoe dit geld precies wordt besteed, zal nader worden uitgewerkt.
Ramingen
Het verschil tussen de geraamde aantallen leerlingen en studenten en de daadwerkelijke aantallen is dit jaar groter dan anders. Dat komt vooral door de nieuwe bevolkingsprognose van het CBS uit december 2019. In die nieuwe prognose zit voor het eerst de aanname dat het migratiesaldo hoger blijft, waar eerst werd uitgegaan van een tijdelijke piek. De hogere migratie vertaalt zich ook in meer leerlingen en studenten in het Nederlandse onderwijs. Als er meer leerlingen en studenten zijn dan verwacht levert dit een financiële tegenvaller. Dit jaar bedraagt de tegenvaller 510 miljoen euro voor de begroting van OCW.
Tegenvaller opgevangen
Door de tegenvaller bijna helemaal op te vangen met circa 450 miljoen euro uit de algemene middelen kiest het kabinet ervoor de bekostiging van het onderwijs ongemoeid te laten. De overige 60 miljoen euro wordt binnen de eigen begroting opgelost door de inzet van de eindejaarsmarge, onderuitputting van diverse posten en de loon- en prijsbijstelling op subsidies.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst