De onderwijsraad poogt in een lijvig advies de grenzen én de reikwijdte van artikel 23 van de Grondwet scherper dan nu te formuleren. De VOO is tevreden over een aantal keuzes, waaronder het primaat van de democratische rechtstaat en de helder geformuleerde rechten van leerlingen. De belangrijkste discussie, die over artikel 23 zelf en specifiek de vrijheid van richting, wordt echter vermeden. De VOO vindt dat een gemiste kans.
Marco Frijlink, voorzitter van de VOO: "De Onderwijsraad neemt artikel 23 van de Grondwet als uitgangspunt. Sterker nog, in het advies noemt de Onderwijsraad zichzelf de 'hoeder van artikel 23'. Terwijl de Onderwijsraad zelf stelt dat de verzuiling voorbij is en er steeds meer aanwijzingen zijn dat een meerderheid van de Nederlanders inmiddels zover is, dat wat hen betreft op religie gebaseerd onderwijs zijn langste tijd heeft gehad, wordt deze discussie in dit advies helemaal vermeden. Kenmerk van een democratische rechtstaat is ook dat deze meebeweegt met veranderende opvattingen in de samenleving: ook de Grondwet. Dat is echt een gemiste kans. De VOO vindt het tijd voor een maatschappelijke discussie over artikel 23 en dan met name de vrijheid van richting daarbinnen."
Sterk vindt de VOO de expliciete keuze van de Onderwijsraad om de democratische rechtstaat het primaat te geven in de discussie over de inrichting en invulling van het burgerschapsonderwijs op school. Dat de Onderwijsraad daarbij ook een concrete aanzet doet in het beschrijven wat dan de voor het onderwijs relevante kenmerken van die democratische rechtstaat zijn, past daar goed bij.
Frijlink: "Ook stelt de Onderwijsraad nadrukkelijk dat het de opdracht is van álle scholen om leerlingen te leren vanuit hun eigen idealen, waarden en normen te functioneren in en bij te dragen aan de samenleving. De overtuiging die een school daar eventueel aan wil toevoegen komt op de tweede plaats. Los van het feit dat de VOO van mening is dat scholen als zodanig helemaal geen religieus of levensbeschouwelijk standpunt zouden moeten hebben, is deze keuze voor de rechten van de leerlingen wel een heel wezenlijke. Te vaak wordt in de praktijk vergeten dat leerlingen op school in samenspel met andere leerlingen en leerkrachten, hun éigen levensovertuigingen en mens- en maatschappijbeeld moeten ontwikkelen. De Onderwijsraad zet het belang hiervan nu gelukkig nadrukkelijk op de eerste plaats."
Wel is de VOO nog bezorgd over de nadere uitwerking van deze principes. Kennelijk vindt de Onderwijsraad dat scholen ook met deze uitgangspunten nog steeds ruimte moeten hebben om bijvoorbeeld jongens en meisjes gescheiden les te geven, of meisjes te verplichten een rok te dragen.
Frijlink: "Uiteindelijk geeft de Onderwijsraad zelf ook aan dat ontmoeting en samen leren en werken met andere mensen, cruciale elementen zijn in de ontwikkeling van kinderen. Dat komt dicht bij ons eigen motto: Samen leven, samen leren. De echte ontmoeting met kinderen met een andere achtergrond, op welk gebied dan ook, gunnen wij elk kind. Hopelijk komt die situatie voor alle kinderen met dit rapport weer een stapje dichterbij."
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst