Afgelopen jaar verlieten dertigduizend jongeren voortijdig hun opleiding vanwege een verkeerde studiekeuze, andere verwachtingen en prioriteiten, of vanwege persoonlijke en mentale problemen. Een tussenjaar om te ontdekken wie ze zijn en waar hun kwaliteiten liggen zou daar verandering in kunnen brengen, zo blijkt uit onderzoek. Jongeren die een begeleid tussenjaar volgen, blijken namelijk weerbaarder, hebben betere relaties, een duidelijker zelfbeeld en weten beter wat ze willen in de toekomst.
Dat blijkt uit onderzoek van Breekjaar, de toonaangevende organisatie voor persoonlijke ontwikkeling en talentontdekking van jongeren die een tussenjaar nemen. De stichting liet vanwege hun tienjarig bestaan onderzoeken wat de impact van een begeleid tussenjaar is op de deelnemers en de maatschappij als geheel.
Een tussenjaar creëert weerbare jongeren
Het onderzoek, uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau, toont aan dat Breekjaar-deelnemers (Breekers) na afloop van hun tussenjaar beter in staat zijn om weloverwogen keuzes te maken voor hun toekomst, meer zelfvertrouwen en een duidelijker zelfbeeld hebben, en sportiever en sociaal vaardiger zijn.
Dit heeft niet alleen voordelen voor de jongeren zelf, maar ook voor de samenleving. Zo laat het onderzoek ook zien wat de winst is voor de maatschappij als meer jongeren die nog twijfelen over hun toekomst een begeleid tussenjaar volgen. Op de korte termijn scheelt dat kosten voor bijvoorbeeld een extra jaar collegegeld. Op de lange termijn zijn de besparingen nog hoger omdat minder mensen een beroep doen op de zorg, psychosociale hulp en werkloosheidsuitkeringen. Volgens het onderzoek scheelt dat de samenleving per jongere gedurende hun werkzame leven ruim honderdduizend euro.
Breekers zijn gelukkiger
Uit het onderzoek blijkt verder dat de deelnemers zich sinds hun Breekjaar gelukkiger voelen, gemakkelijker keuzes maken en betere relaties hebben met hun familie en vrienden. Ook geven vrijwel alle Breekers aan zich nu vaker in te zetten voor de samenleving. Vlak na het Breekjaar gaf 80 procent aan te gaan studeren en 5 procent te gaan werken. Twee jaar later studeert nog 60 procent van hen en is 30 procent aan het werk.
Maurits Hofman, directeur van Breekjaar, reageert verheugd op de uitkomsten van het onderzoek: "Wij zijn ontzettend trots op de impact die we in de afgelopen tien jaar hebben gerealiseerd. Het is fantastisch om te zien dat onze methodes een positief effect hebben op zowel de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers als de maatschappij. Dit motiveert ons om door te gaan met ons werk en nog meer jongeren te helpen hun volledige potentieel te ontdekken en te benutten."
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst