Een leraar of lerares is meer dan iemand die elk jaar opnieuw zijn lessen afdraait. Dat weet iedereen die in het onderwijs werkt, Astrid Buijs voorop. Hoewel het onderwijs voor haar in eerste instantie geen bewuste keuze was, groeide ze uit tot een innovatieve schoolleider met invloed op de ontwikkelingen binnen het Nederlands onderwijs.
“Ik ben min of meer per ongeluk in het onderwijs terechtgekomen.” Ze had Engels gestudeerd aan de Universiteit Leiden, maar het gebrek aan werkgelegenheid leidde haar naar de lerarenopleiding.
Tijdens de lerarenopleiding ontdekte ze haar passie. “Ik vond het vanaf het allereerste moment geweldig, en dat is eigenlijk nooit veranderd”, zegt Buijs, die zich achteraf realiseerde dat de onderwijstraditie al in haar familie zat, met zowel haar oma als overgrootvader die in het onderwijs werkten.
Lesgeven op ieders niveau
Buijs’ eerste positie als docent Engels was op een lyceum in de regio Haarlem. Wat volgde waren verschillende tijdelijke banen op middelbare scholen, totdat ze een vaste aanstelling kreeg in Leiden. Daar werkte ze uiteindelijk 21 jaar. Tijdens deze periode werkte ze met een diverse groep leerlingen, onder wie anderstalige kinderen. “Het was mooi om hierin het verschil te kunnen maken en op-maat-gemaakte lesprogramma’s te ontwikkelen. Ik bedacht persoonlijke leerplannen voor iedere leerling, zodat ze op hun eigen niveau onderwijs konden volgen.”
Een nieuwe uitdaging
Na ongeveer acht jaar voor de klas te hebben gestaan, besloot Buijs dat ze klaar was voor meer. Ze volgde de opleiding begeleider op school gericht op het opleiden van nieuwe docenten en zette een begeleidingsprogramma op voor de starters op haar school. “Ik vond het leuk anderen te helpen met wat ik als docent had geleerd.”
Dit programma werd uiteindelijk uitgebreid naar andere scholen in de regio en leidde tot de oprichting van een regionale opleidingsschool: ROS Rijnland.
Buijs’ liefde voor innovatie bleef haar drijven. “Ik kreeg de kans om leiding te geven aan een groot innovatietraject genaamd Durven Delen Doen. Durven Delen Doen was een project opgezet door de VO-raad. We kregen veel vrijheid om het onderwijs verder te ontwikkelen en de effecten daarvan te onderzoeken door het doen van wetenschappelijk onderzoek, en dat was fantastisch.” Een van de innovaties die dit project opleverde was het digitaal portfolio voor leerlingen.
Na het afronden van de masteropleiding Educational Leadership, werd Astrid Buijs schoolleider op een brede middelbare school in Nieuw-Vennep. Hoewel ze in het begin worstelde met tegenvallende examenresultaten, wist ze met haar kennis van innovatie het tij te keren. “Ik dacht: verbeteren is een soort van innoveren. En ik had door de Expeditie Durven Delen Doen inmiddels meer verstand gekregen van innoveren. Dus als ik gebruik maak van de inzichten uit de onderzoeken die toen zijn gedaan, dan lukt het wel”, aldus Buijs. Dit verbetertraject heeft de basis gelegd voor de vernieuwende afdeling die de school heeft ontwikkeld.
Haar meest recente rol als rector bij het Picasso Lyceum was een logische vervolgstap in haar carrière. Ze zag grote potentie in de onderwijsvisie van de school, die sterk gericht was op gepersonaliseerd leren en digitale hulpmiddelen. Ondanks enkele uitdagingen, zoals financiële en roosterproblemen, bleef Buijs vastberaden. “Het was een kwestie van het onmogelijke mogelijk maken”, zegt ze.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst