
Het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) blijft gestaag afnemen. Sinds 2020 is het aantal mbo-studenten met meer dan 30.000 gedaald, en in het afgelopen jaar alleen al met bijna 2.000 studenten. Onderwijsdeskundigen maken zich zorgen over deze ontwikkeling, vooral vanwege de impact op sectoren die afhankelijk zijn van praktisch opgeleide vakmensen.
Demografische krimp en imagoprobleem als oorzaken
De daling wordt voornamelijk toegeschreven aan demografische veranderingen, zoals een afname van het aantal jongeren. Daarnaast speelt het imago van het mbo een rol. Praktische opleidingen worden vaak minder gewaardeerd dan theoretische, waardoor sommige studenten eerder kiezen voor een havo- of vwo-route.
Gevolgen voor vitale sectoren
De afname van mbo-studenten heeft directe gevolgen voor sectoren zoals de zorg, bouw en techniek, waar al een tekort aan vakmensen is. De MBO Raad noemt deze ontwikkeling ‘alarmerend’ en pleit voor gezamenlijke inspanningen van de overheid, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven om het mbo aantrekkelijker te maken. Investeren in goede begeleiding, flexibele leerroutes en het verhogen van de waardering voor vakmanschap zijn daarbij cruciale maatregelen.
Kans op tijdelijke toename
Ondanks de huidige daling wijzen prognoses op een tijdelijke toename van het aantal mbo-studenten in de komende jaren, met name door instroom vanuit immigratie. Na 2027 wordt echter weer een geleidelijke afname verwacht. Dit onderstreept de noodzaak van een langetermijnstrategie om het mbo duurzaam te versterken.
Oproep tot actie
Het is essentieel dat alle betrokken partijen samenwerken om deze trend te keren en te zorgen voor voldoende instroom in het mbo. Zonder een sterke instroom dreigen de tekorten in vitale sectoren alleen maar verder op te lopen, met ingrijpende gevolgen voor de arbeidsmarkt en economie.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst