Scholen geven leerlingen weer vaker een breed schooladvies (vmbo/havo bijvoorbeeld) en ze stellen hun advies vaker naar boven bij als een leerling beter dan verwacht scoort op de eindtoets. Dat blijkt uit een brief over de eindtoets die minister Arie Slob (Onderwijs) vrijdag aan de Tweede Kamer stuurde.
Slob is in zijn brief vooral positief over de ontwikkelingen rondom deze toets. Die geldt sinds drie jaar als een soort second opinion bij het bepalen naar welk type middelbare school een leerling gaat. Het schooladvies is daarbij leidend. Scoort een leerling hoger dan verwacht op de eindtoets dan moet de school haar advies heroverwegen.
In 2017 werd in één op de vier gevallen het advies daarop naar boven bijgesteld. In 2015 ging het nog om één op de zes leerlingen. Een kwart van alle leerlingen kreeg in 2017 een breed advies. In 2015 ging het nog om één op de zes leerlingen.
Toen de nieuwe regels net een jaar van kracht waren, kregen leerlingen van verschillende achtergronden bij gelijke schoolprestaties, niet altijd een gelijk schooladvies. Ook hadden leerlingen met hoger opgeleide ouders een grotere kans dat hun schooladvies werd bijgesteld. De kansenongelijkheid neemt nu niet verder toe, schijft Slob. Volgend jaar wordt duidelijk of ook een kentering heeft ingezet.
Opvallend is dat steeds meer leerlingen de referentieniveau’s rekenen beheersen terwijl uit eerder onderzoek (TIMMS) juist nog was gebleken dat de rekenvaardigheden van Nederlandse leerlingen juist waren gedaald. Slob laat uitzoeken hoe deze verschillen worden veroorzaakt.
In zijn brief schrijft de bewindspersoon verder dat ‘scholen steeds meer vertrouwd raken’ met de nieuwe regels. Desondanks wil hij zoals afgesproken in het regeerakkoord ‘de eindtoets vervroegen en/of het eindadvies later uitbrengen, zodat de basisschool op basis van alle beschikbare informatie, waaronder het eindtoetsresultaat, tot een eindadvies kan komen’.
De PO-Raad vindt het nu al aankondigen van zo’n maatregel te voorbarig. Ze vindt het belangrijk dat de wet eerst in volle breedte wordt geëvalueerd, zoals in 2018 gaat gebeuren. Om te beoordelen of de schooladviezen accuraat zijn, wordt dan onder meer gekeken naar het niveau van een leerling in de derde klas van de middelbare school.
Voor de PO-Raad staat voorop dat de eindtoets en het schooladvies geen vroegselectie in de hand werken, maar dat kinderen van peuterspeelzaal tot en met hun vervolgopleiding alle ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. De PO-Raad dringt er daarom bij het kabinet op aan snel werk te maken van experimenteerruimte voor scholen om een geleidelijkere overgang van primair naar voortgezet onderwijs te organiseren. Dat die ruimte er komt, is eveneens een afspraak in het regeerakkoord.
Van groot belang vindt ze het dat de diverse eindtoetsen snel vergelijkbaar worden gemaakt. Scholen kunnen nu kiezen uit verschillende eindtoetsen en uit alle gegevens blijkt dat zij nog steeds van elkaar verschillen. Dat is zorgelijk omdat op meerdere niveaus (leerling, school, stelsel) consequenties worden verbonden aan de scores die leerlingen op die toetsen halen. De PO-Raad dringt er al langer bij het ministerie op aan de toetsen vergelijkbaar te maken.
In zijn brief constateert Slob dat scholen die eerder lager scoorden op de Centrale Eindtoets dit jaar vaak kozen voor een andere eindtoets en mogelijk op strategische gronden kiezen voor een eindtoets.
Als alles volgens planning gaat, zijn ook leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs vanaf schooljaar 2019-2010 verplicht om een eindtoets te maken. Nu is de toets alleen voor leerlingen in het basisonderwijs verplicht. Wie die de Centrale Eindtoets maakt, kan vanaf volgend jaar kiezen uit een papieren versie of de Digitale Adaptieve Eindtoets.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst