Van oorsprong organiseert Kleinkunstig workshops op school, en dan voornamelijk in het voortgezet onderwijs. De organisatie groeide daarin uit tot de grootste aanbieder van workshops en voorstellingen in Nederland. Kunst maken, zo merkten we, gaat eigenlijk geweldig goed samen met techniekonderwijs. En zo breidde het educatie-aanbod uit.
In veel technieklessen of -workshops staat de technologie centraal: de les is klaar wanneer er ‘iets gemaakt’ is. Het gebruiken van bijvoorbeeld elektriciteit of een 3D-printer wordt dan gezien als het doel van een les. Bij workshops op het gebied van kunst is dat vaak anders. Dan gaat het om het proces, om de expressie. De creativiteit staat centraal en de techniek is een middel. ‘Hoe kan je jongeren tijdens activiteit op school echt inspireren en enthousiast maken?’, is een belangrijke vraag voor Kleinkunstig.
Het beste van twee werelden
Vanuit de kunsteducatie ook een aanbod op het gebied van techniekonderwijs of maakonderwijs aanbieden, dat is wat we zijn gaan doen. Met een blijvende nadruk op creativiteit en het proces. Want we willen dat jongeren verder kijken dan alleen de technologie. We brengen innovatieve activiteiten naar school door nieuwe technologieën zoals de hololens, robotica, interactieve wearables en hydraulica mee te nemen en in te zetten. Wanneer een nieuwe technologie op de markt komt, is deze vaak erg ontoegankelijk en ontzettend duur en het duurt wel even voordat het gangbaar goed wordt. Wij proberen om al heel vroeg in die curve de nieuwe techniek aan te bieden. Het geeft leerlingen de kans om als eerste de werking van een nieuwe technologie te ontdekken en dat maakt bijna altijd enorm enthousiast.
Zo legt Kleinkunstig in haar workshops twee processen naast elkaar: het technische en het creatieve. In kunst is het proces altijd heel erg bepalend voor wat het kunstwerk uiteindelijk is, wat voor verhaal er verteld wordt met wat gemaakt is. Het proces van zelf ontdekken, vastlopen, weer teruggaan, is er één dat Kleinkunstig vanuit kunsteducatie heel goed kent. Dit proces passen ze ook toe in techniekonderwijs of het maakonderwijs. Jongeren onderzoeken en ontdekken zelf de mogelijkheden van een gebruiksvoorwerp, het technische gebruik, maar ook de creativiteit die daaruit kan ontstaan. Zo vallen beide werelden samen: het afgewerkte eindproduct uit de technische wereld en het leerzame maakproces vanuit de creatieve wereld.
Kijk, hij vliegt
Een mooi voorbeeld is de workshop Robotische origami. Tijdens deze workshop vouwen leerlingen een origami kraanvogel waar een ‘muscle wire’ door de vleugels zit verwerkt. ‘Muscle wire’ is een titanium legering met een geheugen. Leerlingen buigen de draad in een bepaalde vorm en verwarmen de draad. Zo onthoudt het de vorm. Als de leerlingen de draad in een andere vorm buigen en er stroom doorheen laten lopen, beweegt de draad weer terug in de oorspronkelijke vorm. Het is een simpele techniek maar het lijkt wel magie; zonder de papieren vogel aan te raken lijkt hij te vliegen. De nieuwe technologie van de muscle wire wordt verrijkt met de oude kunstvorm die origami is, het kwetsbare van het papier en de poëzie van de eenvoudige handeling. Het oude en het nieuwe komen hierin samen. De workshop laat zien dat techniek niet iets dat alleen maar praktisch is, maar ook kan leiden tot prachtige fantasierijke creaties.
Een wat ons betreft mooie bijkomstigheid is dat in de workshop ‘Robotische origami’ en ook in andere workshops ook oude technieken weer van stal worden gehaald. Vele daarvan onbekend bij de huidige generatie. Hoe leuk is het om whizzkids weer met een soldeerbout te zien werken. Of met computers en iPads opgegroeide jongeren met naald en draad in handen. Beide - oude ambachten en digitale technieken – vindt Kleinkunstig belangrijk in de ontwikkeling van een brede blik op technologie. In veel workshops halen we ook voorwerpen uit elkaar om de jongeren te laten zien: zo simpel zit het in elkaar. Een klok is ook maar een kast met daarin een paar draadjes en tandwielen.
Fantaseren over de toekomst
Door tijdens een activiteitendag op school te maken, door te bedenken en door te creëeren leren jongeren oude en nieuwe technieken kennen, ze krijgen meer inzicht in hoe de wereld in elkaar zit. Daarbovenop leren ze om zelfredzaam, vindingrijk als ze vastlopen, en veerkrachtig als ze opnieuw moeten beginnen. De workshopdocent gaat met hen in gesprek over wat de gebruikte technologie voor de toekomst kan betekenen. Doordat de jongeren deze zelf hebben ontdekt en uitgeprobeerd, kunnen ze er ook iets over zeggen. ‘Wat zou er met de hololens nog allemaal kunnen?’, ‘Wat met onze dagelijkse technologieën, kunnen we daar niet iets anders voor verzinnen?’, ‘Een 3D-printer bestaat al een tijdje, maar wat kunnen we ermee?’, ‘Wat kan het nog meer betekenen?’ en ‘Hoe kijk je naar de toekomst?’, zijn vragen die meer voedingsbodem vinden. Techniek kan dromen verwezenlijken. De jongeren van nu gaan op die manier in gesprek met de toekomst.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst