Nederlanders zijn goed in Engels en leerlingen krijgen op steeds jongere leeftijd Engelse les. Toch is er op het gebied van taalles nog een hoop te leren, want de taalwetenschap zit niet stil. Daarnaast zijn er steeds meer handige digitale tools die je kunt gebruiken om leerlingen nog beter een taal te leren.
Stop met de woordenlijstjes
Moest jij als leerling zelf altijd rijtjes met woorden stampen? Waarschijnlijk wel. De ene kant van de buitenlandse taal afgedekt en dan kijken of je de vertaling van het Nederlandse woord kent. Maar uit verschillende onderzoeken blijkt deze methode contraproductief te werken. Volgens Daniëlle Rietberg van Allabouther.nl is gebleken dat één woord in het brein niet gelijkstaat aan één geheugenplaats. Als iemand een taal wil leren is het belangrijk om een woord in een bepaalde context te leren. Daarom is herhaling van zinnen en opdrachten cruciaal voor leerlingen om een taal goed en snel onder de knie te krijgen. Ook andere associaties zoals gebaren of geluiden die steeds terugkomen bij het leren van nieuwe woorden kunnen de hersenen helpen een nieuwe taal beter te leren.
Durf leerlingen fouten te laten maken
Als we iemand Nederlands horen spreken als tweede taal en diegene zegt ‘Ik ziet die paard’, dan zullen we begrijpen wat hij of zij bedoelt. Toch zijn we geneigd om te zeggen dat het ‘Ik zie dat paard’ moet zijn. Wanneer we leerlingen Frans, Duits, Spaans of Engels leren, hameren we ook op alle regels. De naamvallen, Le of La in Frans of alle zinsvormen die het Engels rijk is. Uiteindelijk zijn die regels belangrijk, maar zonder de taal globaal te leren, zullen leerlingen deze regels niet begrijpen. Het is daarom belangrijk dat leerlingen met vallen en opstaan de taal leren en wellicht met wat fouten al snel hele conversaties kunnen maken in een vreemde taal. De regels komen dan in de latere klassen wel aan bod.
Gebruik van taalapps
Technologie heeft ons veel gebracht. Sommige kinderen leerden in de jaren 90 en nu nog steeds Engels door films en series in het Engels te kijken of Engelse games te spelen. Maar door de komst van apps is dat digitale leren in een stroomversnelling geraakt. Zo kunnen zelfs volwassenen hun talenkennis bijspijkeren met apps als Duolingo, Babbel of Jicki. Dit soort interactieve taalapps helpen om een taal op een leuke manier te kennen en heel veel herhaling te gebruiken, waardoor de apps op een interactieve manier bijdragen aan het stampen van woorden. Apps zullen de taalles op school niet kunnen vervangen, maar kunnen wel bijdragen aan het zelflerende vermogen van kinderen.
Houd het leuk
Een belangrijke laatste boodschap voor taaldocenten is om het leuk te houden in de taalles. Kies voor interactieve methodes, kijk samen films en oefen dialogen die leerlingen echt zullen toepassen. Moedig leerlingen te durven spreken en straf foutjes niet meteen te hard af, met vallen en opstaan kom je er wel als je een nieuwe taal wilt leren. Laat leerlingen al hun zintuigen gebruiken en een taal in al haar context leren kennen. Want talen zijn fun en dat mogen leerlingen best weten.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst