Onderzoekers positief over open science, maar ook nog barrières

87% van alle onderzoekers heeft een (zeer) positieve houding over open science. Jonge wetenschappers zijn met een percentage van 94% zelfs nog enthousiaster. Maar bij de praktische uitvoering ervaren onderzoekers ook nog barrières. Dat blijkt uit een peiling in opdracht van NWO onder onderzoekers uit alle vakgebieden.
De ambitie en de dagelijkse realiteit komen het meest overeen bij het open access publiceren van onderzoeksresultaten. 95% van de ondervraagde onderzoekers vindt dat (heel) belangrijk en 83% publiceert het eigen onderzoek ook daadwerkelijk vaak tot altijd vrij toegankelijk. Bij het delen van data lopen praktijk en realiteit nog uiteen. 93% van de ondervraagde onderzoekers zegt dit (heel) belangrijk te vinden, maar 56% geeft aan dit ook echt in de praktijk te doen. Gebrek aan infrastructuur en heldere instructies en richtlijnen worden daarbij als belemmering genoemd (44% en 47%), maar vooral het gebrek aan financiële middelen (72%).

Belang
Gevraagd naar het belang van open science scoren ethische aspecten hoog. Open science leidt tot meer transparantie en dus tot meer betrouwbare en integere wetenschap (90%). Even belangrijk vinden onderzoekers dat open science leidt tot meer gelijkwaardigheid in de toegang tot wetenschappelijke resultaten (onafhankelijk van economische positie of waar iemand is aangesteld). Ook het feit dat onderzoek vaak publiek gefinancierd is en daarom vrij beschikbaar moet zijn voor iedereen die er belang bij heeft, is belangrijk (87%). Veel onderzoekers denken dat open science ook gewoon beter is voor de wetenschap zelf: delen van data, software en methodes leidt tot een efficiëntere wetenschapspraktijk.

DCC’s
‘Je ziet dat er in de afgelopen jaren echt een andere houding is ontstaan ten opzichte van open science en dat is goed nieuws’, aldus Caroline Visser, verantwoordelijk voor open science in de raad van bestuur van NWO. Maar ook zij constateert dat er nog barrières te beslechten zijn. ‘Gebrek aan financiële middelen is de belangrijkste belemmering voor onderzoekers om open science te beoefenen. Ook betere infrastructuur, heldere instructies en meer tijd zouden helpen om open science meer in de praktijk te brengen. Als NWO hebben we eerder dit jaar een impuls gegeven aan de ondersteuning voor open science via de lokale Digital Competence Centres (DCC’s), waar onderzoekers terecht kunnen met al hun data- en softwaregerelateerde vragen. Je merkt dat daar echt behoefte aan is.’

Erkennen en waarderen
Een veelgehoord bezwaar tegen open science is dat het in de beoordeling van onderzoekers vaak geen rol speelt. Inderdaad is voor 30% van de onderzoekers onzekerheid of open science in hun loopbaanontwikkeling wel erkend en gewaardeerd wordt een reële belemmering. En voor jongere onderzoekers zijn die percentages zelfs nog wat hoger (36% en 37%). Gevraagd naar wat NWO kan doen om open science te stimuleren, scoort het erkennen en waarderen van open science dan ook begrijpelijkerwijs hoog. 64% van de onderzoekers vindt dat open Science onvoldoende erkend en gewaardeerd wordt.

Visser: ‘We zijn verheugd te zien hoe breed de open science-beweging gesteund wordt door het veld. Uit de peiling blijkt dat onderzoekers ook massaal de voordelen zien van het openbaar en toegankelijk maken van wetenschappelijke kennis. Als het gaat om de praktische ondersteuning en om het erkennen en waarderen, is nog werk aan de winkel. Daar werken we nauw samen met de universiteiten en medische centra in het landelijk programma erkennen en waarderen. En we hebben als NWO het Open Science Fund dat beoogt vernieuwende open science-projecten financieel te steunen.

Winst behalen
Gevraagd is ook hoe de onderzoekers denken over de in het verleden gehoorde bezwaren tegen open science. Zo is 13% het (helemaal) eenmet de stelling dat ‘open science gevaarlijk is en tot mogelijk misbruik leidt’ en 11% is van mening dat het tot lagere kwaliteit leidt. 8% steunt de uitspraak dat het oneerlijk is dat andere onderzoekers kunnen profiteren van iemands onderzoek. Maar de stelling dat wetenschap niet open moet zijn omdat het grote publiek toch te weinig begrip heeft van wetenschap, vindt weinig steun. 6% van de ondervraagden is het met die stelling eens. Onder geesteswetenschappelijke onderzoekers vindt de stelling helemaal geen steun.

Ook in het betrekken van het publiek bij wetenschap is nog winst te behalen. 87% vindt betrokkenheid van het publiek belangrijk, maar slechts 54% betrekt het publiek regelmatig of altijd in de praktijk. Bij het beoefenen van citizen science lopen ambitie en realiteit eveneens nog uiteen. Zo’n tweederde van de ondervraagden vindt dit (heel) belangrijk, maar nog geen derde beoefent dit.

NWO heeft de peiling in september 2021 laten doen door bureau Markteffect. Meer uitkomsten en verantwoording zijn te vinden in het relatiemagazine Onderzoek dat vandaag online verschijnt en vanaf maandag bij relaties op de deurmat ligt.

Meer impact
Open science is de beweging die staat voor een meer open en participatieve onderzoekspraktijk waarbij publicaties, data, software en andere vormen van wetenschappelijke informatie in een zo vroeg mogelijk stadium gedeeld worden en voor hergebruik beschikbaar gesteld worden. Open science leidt tot meer impact, zowel op wetenschap als op maatschappij. NWO vindt dat publiek gefinancierd onderzoek open beschikbaar moet zijn en draagt actief bij aan de transitie naar open science.

VorigeVerduurzamen in en rondom school
VolgendeDit zegt een kinderfiets over jouw leerling!
Reacties (0)

Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst

Laat een reactie achter