Het isoleren van woningen- en bedrijfspanden, waaronder ook de school valt, wordt met de groeiende vraag naar duurzaamheid en de stijgende energieprijzen, steeds belangrijker. De verwachting is dat ook in de toekomst isolatie een grote rol zal gaan spelen bij het halen van gestelde milieudoelstellingen. Het is daarom ook voor leerlingen van belang iets af te weten van isolatie. In dit artikel gaan wij verder in op verschillende soorten isolatie en de zogenaamde 'isolatiewaarde'.
Soorten isolatie
(Woning)isolatie is grofweg in te delen in de volgende onderdelen: spouwmuurisolatie, dakisolatie, vloerisolatie en raamisolatie. Spouwmuurisolatie levert van deze onderdelen in verreweg de meeste gevallen het beste rendement op. Van elk isolatiemateriaal kan berekend worden wat het warmte-isolerend vermogen is (de R waarde of isolatiewaarde).
De isolatiewaarde berekenen
Elk isolatiemateriaal beschikt over een zogenaamde isolatiewaarde die te berekenen is. De isolatiewaarde geeft dan aan wat het warmte-isolerend vermogen (isolatievermogen) van het materiaal is. De formule voor deze berekening is als volgt:
R = d / λ
Daarbij komt de volgende uitleg goed van pas:
R = warmteweerstand m2
D = dikte van materiaal in meter(s)
λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W/mK
De warmteweerstand (R) is de waarde waarnaar we op zoek zijn. Hoe hoger de waarde hiervan, hoe beter een bepaald materiaal isoleert. Om een hogere warmteweerstand te behalen, dient het materiaal dik te zijn en de warmtegeleidingscoëfficiënt laag.
Stel: een tussenwoning is voorzien van een muurisolatie met een dikte van 10 cm. Deze isolatie heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.03 (werkelijke waarde van gespoten PUR). De isolatiewaarde van dit materiaal wordt dan: R = 0.1 / 0.03. De isolatiewaarde is in dit geval 3,33.
Zouden we nu besluiten nog 5 centimeter extra isolatie aan te brengen aan de woning, dan wordt de som: R = 0.15 / 0.03. De isolatiewaarde wordt dan 5.
Zouden we er vervolgens voor kiezen om ons isolatiemateriaal (15 centimeter gespoten PUR) te laten vervangen door 15 centimeter PUR platen met een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0.028, dan behalen we de volgende isolatiewaarde: 0.15/0.028 = 5,36.
Met de berekening van de isolatiewaarde, kan een schatting gemaakt worden over de energiebesparing die de isolering met zich mee gaat brengen. Dit is natuurlijk altijd handig wanneer je besluit om je woning te gaan isoleren en dit kan ook erg handig zijn bij een toekomstige baan.
Er zijn bij dit lesidee nog geen reacties geplaatst