
De minister van Onderwijs heeft een plan op tafel gelegd dat flink wat stof doet opwaaien: mbo-studenten moeten minder uren klassikaal les krijgen. Het idee is om de kosten te drukken, maar lang niet iedereen is daar blij mee. Volgens critici kan het de motivatie van studenten aardig in de weg zitten.
Het voorstel komt neer op een flinke verschuiving. Nu krijgen mbo’ers vaak nog een stevige basis aan lessen in een klaslokaal, met een docent voor de groep. Straks zou een deel daarvan plaats moeten maken voor andere manieren van leren, zoals online modules of zelfstudie. Dat klinkt efficiënt – minder docentenuren, lagere uitgaven – maar in de praktijk kan het best lastig worden. Karim Amghar, mbo-docent in Rotterdam en auteur, zegt bijvoorbeeld dat begeleiding van docenten juist zo belangrijk is. “Studenten hebben dat contact nodig om gemotiveerd te blijven,” vertelde hij aan het Noordhollands Dagblad. Zonder die persoonlijke aanpak haken ze sneller af, vreest hij.
Het plan is nog niet definitief, maar de reacties zijn al scherp. Scholen en docenten vragen zich af hoe ze de kwaliteit hoog moeten houden als er minder ruimte is voor directe uitleg en interactie. Vooral voor studenten die wat extra steun kunnen gebruiken, voelt dit als een risico. Aan de andere kant ziet de minister kansen om het onderwijs flexibeler te maken, iets wat in deze tijd misschien ook wel past. Het blijft een lastige balans: kosten besparen zonder dat het ten koste gaat van de studenten.
Voorlopig wordt er nog volop gepraat over hoe dit precies vorm moet krijgen. Wat het uiteindelijk wordt, zal vooral afhangen van hoe goed de alternatieven aanslaan bij zowel docenten als studenten. Wordt vervolgd, dus.
Er zijn bij dit artikel nog geen reacties geplaatst